Inkomen melkveebedrijf hoger, stemming sector in mineur
Dankzij goede melkprijzen is het inkomen van melkveehouders het afgelopen jaar met 13 procent gestegen en ligt boven het vijfjarig gemiddelde. Het vertrouwen onder boeren is echter laag. “De situatie is best onzeker. Niet vanwege het beleid, maar door het gebrek aan beleid.”
(Uit: ZuivelZicht nr. 1, januari 2025)

Tekst: Bert Kleiboer
In 2024 is het inkomen van een melkveehouder gemiddeld € 74.000 per persoon, € 9.000 meer (+13 procent) dan het jaar ervoor en € 11.000 boven het gemiddelde over de afgelopen vijf jaar. Dat blijkt uit de raming van Wageningen Social & Economic Research (vanaf 2025 de nieuwe naam van Wageningen Economic Research). Die is afgelopen maand gepresenteerd in Wageningen. Dit instituut hanteert het begrip ‘inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje)’. Veel melkveebedrijven zijn familiebedrijven, waar vaak meerdere familieleden werken zonder zich een salaris uit te betalen. Gemiddeld heeft een melkveebedrijf 1,7 onbetaalde aje het gemiddelde bedrijfsinkomen in 2024 is dus volgens de raming € 126.000.
Het inkomen wordt bepaald als het totaal aan opbrengsten, inkomenstoeslagen en subsidies, minus de betaalde kosten en de afschrijvingen. De data komen van steekproefbedrijven die deel uitmaken van het Bedrijveninformatienet (BIN). De. De voor 2024 geraamde inkomenstoename is grotendeels te danken aan de markt. De raming gaat uit van een melkprijs die 8,5 procent hoger is dan in 2023. Ook hebben boeren meer gebeurd voor verkochte kalveren en slachtkoeien. Per saldo zijn de inkomsten 4,5 procent toegenomen en komen uit op ruim € 642.000. De kosten zijn ook gestegen, zij het minder sterk: 2,6 procent. De grootste toenames betreffen afschrijvingen voor gebouwen en machines en financieringslasten. Ook de mestafzetkosten zijn toegenomen. (Zie kader)
Het inkomen van melkgeitenbedrijven zal in 2024 naar verwachting uitkomen op gemiddeld € 50.000 per onbetaalde aje. Dit is € 51.000 lager dan in 2023 en het gemiddelde inkomen in 2019-2023. In tegenstelling tot koemelk heeft geitenmelk te maken met een slechtere markt. De melkprijs is in 2024 gemiddeld zes procent lager, als gevolg van overaanbod, aldus Wageningen Social & Economic Research.
Biologisch blijft achter
Het gemiddelde inkomen van het gespecialiseerde biologische melkveebedrijf wordt voor 2024 geraamd op € 33.000 per onbetaalde aje. Dit is € 16.000 minder dan in 2023 en € 14.000 lager dan het vijfjaarlijks gemiddelde (2019-2023). “Dat komt doordat de biologische melkprijs met slechts 50 cent per 100 kg is gestegen, veel minder dan de 4 euro in de gangbare melkveehouderij, terwijl de kosten wel net zo hard zijn gestegen”, zegt onderzoeker melkveehouderij Alfons Beldman. De situatie is vergelijkbaar met 2022. Ook toen bleven de inkomens van biologische melkveebedrijven achter bij de gangbare. In beide jaren was sprake van sterk gestegen melkprijzen voor gangbare melk, terwijl de biologische melk veel minder hard omhoog ging in prijs. Op de langere termijn bezien liggen de inkomens van bio en gangbaar wel dicht bij elkaar.
Gunstige marktverwachtingen
Bij de presentatie van de inkomenscijfers schetst senior onderzoeker landbouw- en voedselbeleid Roel Jongeneel een gunstige marktverwachting voor melkveehouders. De EU-markten zullen naar verwachting prijshoudend blijven, stelt hij. Dat is onder meer te danken aan de afname van de productie in veel landen. Hij spreekt van een keerpunt. “De melkproductie in de EU gaat van groei naar krimp.” Tegenover de goede marktvooruitzichten staan volgens Jongeneel aanhoudende moeilijkheden vanuit het Nederlandse landbouwbeleid. Hij noemt onder meer het mestoverschot (door het afbouwen van de derogatie) en de stikstofproblematiek die al sinds 2019 speelt. “De situatie is best onzeker. Niet vanwege het beleid, maar door het gebrek aan beleid”, oordeelt hij.
Vertrouwensindex
Senior onderzoek melkveehouderij Alfons Beldman zegt dat de stemming in de sector negatief is. Hij verwijst naar de Vertrouwensindex, een indicator voor agrarische sectoren die het WUR-instituut elk kwartaal publiceert op agrimatie.nl. Voor melkveehouderij is deze lager dan bij de meeste andere sectoren. “In het begin van het jaar lag de vertrouwensindex op een absoluut dieptepunt”, aldus Beldman. “Het is daarna wel wat gestegen, maar ligt nog steeds lager dan het langjarig gemiddelde.”
Mestafzetkosten € 14.000
Het afgelopen jaar zagen melkveebedrijven de mestafzetkosten stijgen, van gemiddeld € 8.300 in 2023 naar € 14.000. Dat is het gevolg van de mestwetgeving en met name de gefaseerde afbouw van de zogeheten derogatie. De gebruiksnorm (hoeveelheid mest per hectare) wordt lager, waardoor melkveehouders meer mest moeten afvoeren. Wageningen Social & Economic Research schat de gemiddelde mestkosten in 2024 op € 17 per m3. In 2023 was dit nog € 12. “Je mag verwachten dat de kosten in 2025 opnieuw hoger zullen zijn”, zegt onderzoeker melkveehouderij Alfons Beldman. In de praktijk varieert deze kostenpost sterk. De in de vakpers gepubliceerde bedragen – circa € 30 per m3 – gaan met name over het volume waarvoor via de mesthandel afzet wordt gezocht en dat is slechts een deel van het totale volume. Veel melkveehouders maken gebruik van boer-boertransport of hebben langlopende afspraken met akkerbouwers en daarvoor gelden lagere bedragen.
Beldman gaat er wel van uit dat de vraag naar mestafzet toeneemt. In 2025 en 2026 wordt de gebruiksnorm voor mest in twee stappen verder beperkt. Dat komt overeen met de hoeveelheid mest van 140.000 koeien op jaarbasis, die extra afgevoerd zou moeten worden. Dat overschot wordt naar verwachting deels weggewerkt door de diverse opkoopregelingen en de afroming bij het verhandelen van fosfaatrechten. Daarnaast is de verwachting dat de varkensstapel met ruim tien procent krimpt, wat ruimte biedt op de mestmarkt. Op basis van deze ontwikkelingen is volgens de onderzoeker te verwachten dat het overschot in 2024 per saldo groeit met een mestvolume van 40.000 koeien. Volgens gegevens van het CBS telde de melkveestapel 2024 1,54 miljoen koeien, 1,9 procent minder dan een jaar eerder.