Keerpunt melkproductie EU in 2024: van groei naar krimp
Het komende decennium zal de melkproductie in de Europese Unie krimpen. Ook het volume van de export neemt af. Bij de krappere aanvoer en aanhoudend goede mondiale vraag blijven de prijzen en de exportwaarde op niveau.
(Uit: ZuivelZicht nr. 1, januari 2025)

Tekst: Bert Kleiboer
De ontwikkeling van de melkproductie in de EU bereikt dit jaar een keerpunt, stelt de Europese Commissie in de vorige maand verschenen EU Agricultural Outlook 2024-2035. Na jaren van toename wordt voor het eerst een afname verwacht. Het afgelopen decennium is de hoeveelheid geproduceerd melk nog toegenomen, met gemiddeld 0,9 procent per jaar. Het aantal melkkoeien is weliswaar gedaald, maar dat is steeds gecompenseerd door een stijging van de productiviteit van de koeien. In 2024 lukt dat niet meer. Die trend zet het komende decennium door. De melkproductie per koe blijft nog wel stijgen (gemiddeld +0,9 procent per jaar), maar dat is niet voldoende om de krimpende veestapel goed te maken. In de hele EU zal het aantal melkkoeien in 2035 met 11 procent zijn gedaald. De productiedaling vindt vooral plaats in het westen van de Unie. Onder meer als gevolg van het Europese en nationale landbouw- en milieubeleid – met name in Nederland, België en Denemarken. Ook klimaatverandering speelt een rol, vooral in Zuid-Europa. Er zijn nog wel landen met ruimte voor groei, zoals Polen en andere kleinere zuivellanden in Oost-Europa. (zie grafiek)
Wereldhandel blijft belangrijk
Buiten Europa blijft de melkproductie ook groeien. Mondiaal blijft de gemiddelde jaarlijkse groei 1,8 procent. De toename vindt vooral plaats in Azië en een aantal andere ontwikkelende zuivellanden. De extra productie in die gebieden wordt volgens de verwachting volledig geabsorbeerd door een toenemende regionale vraag. Volgens de EU Outlook blijft de wereldhandel een belangrijk rol blijven spelen. Daarbij zal met name Zuidoost-Azië belangrijker worden als importeur, terwijl China juist minder zal invoeren. Op die wereldmarkt zullen de bekende grote exporterende regio’s EU, Nieuw-Zeeland en de VS dominant blijven. Deze grote drie zijn goed voor 65 procent van de mondiale zuivelexporten.
De EU blijft de grootste exporteur, maar het volume van de zuivelexport zal het komende decennium licht afnemen, met 0,2 procent per jaar. De uitvoer blijft naar verwachting wel nog steeds in waarde stijgen, met 0,4 procent per jaar. Dit is het gevolg van een verschuiving naar producten met meer toegevoegde waarde en de relatief hoge wereldmarktprijzen die worden verwacht.
46 procent van de melk in kaas
Het aandeel van de EU-melkaanvoer dat tot kaas wordt verwerkt, groeit: van 44 procent in 2022-2024 tot 46 procent in 2035. De productie van boter en magere melkpoeder zal stabiel blijven. De productie van volle melkpoeder zal gemiddeld 0,9 procent per jaar afnemen. Het volume van verse zuivelproducten staat onder druk, met name doordat de vraag naar consumptiemelk blijft afnemen. Binnen de categorie verse zuivel zal meer aandacht uitgaan naar verrijkte producten en zuivel met minder vet en suiker. De mondiale vraag naar weiproducten blijft sterk, met name hoogwaardige ingrediënten met bijzondere voedingswaarde of gezondheidseigenschappen. De weiverwerkende industrie zal daardoor 0,3 procent per jaar groeien in het komende decennium. Ook de export van deze categorie groeit: 0,2 procent per jaar.
De export van magere melkpoeder blijft stabiel. De uitvoer van volle melkpoeder zal stevig dalen (5 procent per jaar), als gevolg van de verminderde op de wereldmarkt en de relatief slechte concurrentiepositie van het Europese product. De thuismarkt voor deze poeders wordt belangrijker, met name de vraag vanuit de voedingsmiddelenindustrie.
Prijzen
Verwacht wordt dat de boerenmelkprijs in de EU de komende tien jaar ruim boven het niveau van vóór 2022 zal blijven, maar het niveau blijft wel onder de historische piek van 2021/22. De prijzen van zuivelgrondstoffen gaan zich op verschillende manieren ontwikkelen. Verwacht wordt dat de kaasprijzen in de EU gestaag zullen stijgen, gedreven door de sterke vraag en het krapper wordende aanbod in de EU. De boterprijzen zullen enigszins dalen na de huidige recordniveaus, maar naar verwachting tot 2035 op een hoog niveau blijven. Mager melkpoeder zal licht stijgen en de ontwikkeling voor wei is naar verwachting vlak.
Boter stuwt FAO-prijsindex omhoog
De FAO Dairy Price index (DPI) ligt eind 2024 fors hoger dan in het jaar ervoor. De index bereikt in november 2024 bijna het niveau van 140, dat is 18 procent (21 punten) hoger dan aan het begin van dat jaar. Op basis van de gegevens tot november komt het gemiddelde over het hele jaar uit op 129.
De prijsindex (2014-2016=100) heeft betrekking op de gemiddelde zuivelprijs, gebaseerd op een gewogen gemiddelde van de internationale prijsnoteringen voor boter, kaas (cheddar), magere melkpoeder en volle melkpoeder. Deze index is nog ver verwijderd van de recordhoogte in 2022, maar heeft dus wel weer een stijgend lijn te pakken. Die wordt vooral ingegeven door de dure boter. In de eerste 11 maanden van het jaar is de internationale boternotering met 35 procent gestegen tot een niveau van US $ 7859 in november. Dat is te danken aan een robuuste vraag op de middellange termijn en krappere voorraden in onder andere West-Europa. De gemiddelde boternotering in 2024 komt zelfs boven het niveau van topjaar 2022. Ook de prijs van kaas in de internationale handel neemt het afgelopen jaar toe, zij het minder sterk dan bij boter. Van januari tot november is de groei 17 procent. Het gemiddelde voor het hele jaar blijft vooralsnog achter bij het niveau van twee jaar geleden.