‘Groei bedrijf ondersteunen met eigentijds bestuur’

‹ Terug naar overzicht

‘Groei bedrijf ondersteunen met eigentijds bestuur’

Geplaatst op:

Succes in de markt en een eerlijke melkprijs komen eerst. Daarna de voorwaarden die aan de veehouders worden gesteld. Dat vraagt om een eigentijds bestuur van de coöperatie. In gesprek met Evert Kremer, sinds kort voorzitter van Cono Kaasmakers.

 

Tekst: Jeen Akkerman, Foto: Ingrid Sweers

Een nieuweling kun je de man die sinds 14 november 2018 voorzitter is van Cono Kaasmakers niet noemen. Evert Kremer, melkveehouder in het Overijsselse Stegeren, draait geruime tijd mee in de bestuurlijke zuivelwereld. Al in 2000, negen jaar nadat coöperatie De Vechtstreek samen ging met Cono, werd hij vicevoorzitter van het bestuur. Zelf omschrijft hij deze functie in alle bescheidenheid als onderdeel van het destijds gezochte evenwicht tussen de twee fusiepartijen.

Later, in 2005, werd hij secretaris van het bestuur. Deze functie vervulde hij tot afgelopen jaar, toen hij Klaas Sluis opvolgde als voorzitter. Dit betekent meteen dat Kremer niet lang voorzitter van Cono zal zijn, hij zit in zijn laatste bestuurstermijn en is in 2021 aftredend en niet herkiesbaar.

Dienend leider

In het afgelopen jaar bereidde Kremer zich voor op zijn nieuwe rol. “Ik heb me vooral verdiept in het thema dienend leiderschap. Dat is wat vandaag de dag wordt gevraagd van een coöperatiebestuurder. Ik heb een duidelijke visie die ik samen met mijn bestuursteam, directie en de organisatie wil uitvoeren.”

Naast bestuurlijke vorming bestond de voorbereiding op het voorzitterschap uit maatregelen op het bedrijf in Stegeren. Als we Kremer spreken is hij net gestart met twee nieuwe robots, die zijn 115 melkkoeien automatisch melken. Daarmee, en met de inzet van de vaste medewerker op het bedrijf, verwacht Kremer voldoende armslag te hebben om zijn rol als voorzitter goed te kunnen invullen.

Governance

Als speerpunt noemt de nieuwe voorzitter de verdere professionalisering van de governance bij Cono. “Ik heb in de afgelopen jaren onze onderneming enorm zien groeien. De bedrijfsvoering is steeds verder geprofessionaliseerd. Een voorbeeld is de ontwikkeling van onze marketing, met name voor ons topmerk Beemster. Om dit A-merk in Nederland een stevige positie te geven hebben we een professionele marketing en sales organisatie ontwikkeld.” Volgens Kremer vraagt dat ook van hem en zijn medebestuurders continue ontwikkeling. “Een van de zaken die we hebben geregeld, is dat we portefeuilles verdelen. Ik vind het goed dat elk bestuurslid zijn eigen aandachtsgebied heeft.”

Een ander voorbeeld van aandacht voor governance is het belang dat Cono hecht aan het strategisch opleidingsplan voor haar bestuurders.

Al deze zaken kosten tijd en aandacht. Cono moet daarin scherpe keuzes maken. “We zijn een relatief kleine zuivelspeler maar dat is ook in ons voordeel”, weet Kremer. Zo zit het bestuur dicht bij het beleid van de onderneming. “We overleggen intensief en frequent met elkaar, waardoor we daadkrachtig kunnen ondernemen.”

Kaasmakerij

Die betrokkenheid is volgens Kremer een positieve zaak. “Onze melkveehouders weten dat we een eerlijke melkprijs betalen op basis van onze sterke positie met bijzondere kaas. Wij hebben geen kaasfabriek, maar een kaasmakerij. De smaak en ‘smedigheid’ van onze kaas staan altijd bovenaan. Wij doen nooit concessies aan de kwaliteit. We maken onze kaas met ambachtelijke elementen. Onderdeel daarvan is het met de hand roeren van de wrongel in de traditionele open draineerbak. Onze manier kost meer tijd, maar dat komt de kwaliteit van de kaas ten goede en dat proef je.” Kremer glimt als hij het vertelt. Hij is, net als veel andere leden van Cono, trots op het ambacht en het eindproduct.

Samen sterk

De sterke marktpositie van met name Beemster draagt bij aan de relatief goede melkprijs die Cono aan de leden kan betalen. Dat maakt ook dat de Cono-veehouders bereid zijn om op hun bedrijven maatregelen te nemen om die marktpositie te versterken. Cono loopt met haar programma Caring Dairy al jaren voorop in verduurzaming, bijvoorbeeld als het gaat om premies voor weidegang. Hierbij is ook de samenwerking met Ben & Jerry’s belangrijk. Cono levert al jaren de room en melkcondens voor hun ijs in Europa.

Kremer: “Veehouders willen best hun bedrijfsvoering aanpassen als dat een betere melkprijs oplevert. Dat werkt het beste als je in de markt daadwerkelijk meerwaarde en dus hogere financiële opbrengsten realiseert. Onze boeren zien dat we dat over een langere periode waarmaken met onze merkkaas.”

Het belang van voer

Wat de koe eet, proef je in de kaas. Het is in de zuivel bekend, maar Cono Kaasmakers besteedt er extra aandacht aan. De coöperatie heeft een speciale Voercommissie, waarin bestuur, directie en andere experts van de onderneming overleggen over het voer dat de ongeveer 50.000 koeien van alle Cono-veehouders krijgen voorgeschoteld. Ze bepalen niet het rantsoen, maar geven wel advies en soms voorschriften aan hun collega’s. Dat begon in 2012 toen tarwegistconcentraat in het rantsoen smaakafwijkingen in de kaas veroorzaakte. En in 2017 besloot Cono als enige zuivelonderneming in Nederland om de toepassing van zogenoemde pensbestendige vetten in het rantsoen te verbieden. Er zijn namelijk aanwijzingen dat dit de kaas harder en dus minder ‘smedig’ maakt. Een gevaar voor het natuurlijke en authentieke imago van Beemster en dus niet toegestaan, zo besloot het coöperatiebestuur op voorspraak van de commissie.


Gras maaien bij mooi weer

Evert Kremer is en blijft op de eerste plaats melkveehouder. Samen met zijn vrouw Allina en hun zonen Nick en Thijs is hij geworteld in de regio Salland. Geen van de kinderen heeft interesse in het boerenvak. Dat weerhoudt Kremer er niet van zijn bedrijf door te ontwikkelen naar de eisen van vandaag de dag. Soms is dat een uitdaging, maar gelukkig blijven er altijd de momenten waarvan je als boer volop geniet. Voor Evert Kremer is dat bijvoorbeeld: ervaren dat de bemesting van je grond het gewenste effect heeft, als je op een mooie zomerdag het gras maait. “Economisch is het waarschijnlijk verstandiger om de ruwvoerwinning uit te besteden. Maar ik geef dat niet uit handen.”

Dit artikel is verschenen in ZuivelZicht 1 2019. Meer vaknieuws over de Nederlandse en Belgische zuivelindustrie? Klik HIER voor een abonnement op ZuivelZicht.