Bezorgde melkveehouder: ‘Ik zou vertrouwen in de politiek willen hebben’

‹ Terug naar overzicht

Bezorgde melkveehouder: ‘Ik zou vertrouwen in de politiek willen hebben’

Geplaatst op:

Bij de komende verkiezingen en de daaropvolgende kabinetsformatie staat voor de agrarische sector veel op het spel. Wat verwachten melkveehouders van de politiek? Zuivelzicht peilt de stemming bij één van hen, Terry Heuven. Zijn boodschap: stop met eenzijdige generieke maatregelen en stimuleer initiatieven ‘in het gebied’.
(Uit ZuivelZicht nr. 10, oktober 2023)

 

Melkveehouder Terry Heuven in zijn geliefde landschap. "Alsof je in een schilderij loopt." (Foto: Eljee Bergwerff)

Tekst: Bert Kleiboer

Natuur en landschap horen bij het melkveebedrijf, vindt Terry Heuven (46). ”Waar ik echt van kan genieten is als ik ’s morgens vroeg de koeien ophaal en uitkijk over het weiland en de houtwallen. Alsof je in een schilderij loopt! Daar word ik elke keer weer blij van.” De melkveehouder woont en werkt op de boerderij nabij het Overijsselse dorp Haarle, die in 1930 is gebouwd door zijn opa. Hij runt het bedrijf samen met zijn vriendin Sandra (38), die daarnaast parttime werkt voor een accountantskantoor. Ze hebben drie kinderen, in de leeftijd van 7 tot 12 jaar. Terry en Sandra vormen een maatschap met zijn ouders, die in een woning naast het bedrijf wonen.

‘Oale grond’

Het bedrijf omvat momenteel 115 koeien en 70 hectare grond. Dat is een rendabele omvang, vindt Heuven. “We zijn door de jaren heen heel geleidelijk gegroeid. Schaalvergroting is geen doel op zich. Je hebt een bepaalde omvang nodig om economisch te draaien, maar belangrijker is dat je fijn kunt werken en aandacht kunt besteden aan je dieren en de omgeving. Ik denk dat de meeste melkveehouders er zo tegenaan kijken.” Het bedrijf van de familie Heuven is goed gemechaniseerd en geautomatiseerd, onder meer met melkrobots. Dat geeft een zekere vrijheid om meer te doen dan alleen productie draaien.

Wat Terry als boer drijft is de verbinding met de ‘oale grond’, zoals dat in het Sallands heet. Een duurzame bedrijfsvoering en de zorg voor het landschap zijn vanzelfsprekend, vindt hij. Dat brengt hij in de praktijk met bijvoorbeeld het bodembeheer en de ruwvoerteelt. Een gezonde bodem met veel bodemleven en organische stof heeft minder kunstmest, bestrijdingsmiddelen en beregening nodig. Verder doet hij aan weidevogelbeheer. In de bloemenrijke akkerranden en singels leven patrijzen en op de boerderij nestelen zwaluwen en een kerkuil. Ook op andere onderdelen is hij bezig met duurzaamheid, variërend van het optimaliseren van de gezondheid en welzijn van het vee tot het opwekken van zonne-energie.

PlanetProof

Het bedrijf neemt deel aan de PlanetProof-melkstroom van FrieslandCampina. Daardoor staat een toeslag op de melkprijs tegenover een aantal van die extra inspanningen. “Je kunt niet verwachten dat het alleen maar vrijwilligerswerk is. PlanetProof prikkelt mij als ondernemer om er nóg meer mee aan de slag te gaan. Het mooie is dat de beloning uit de markt komt“, aldus de ondernemer. “We boeken winst op klimaat, stikstof en natuur en financieel is het ook verantwoord.”

De mooie omgeving van het bedrijf levert helaas ook zorgen op, met name door de plannen voor het stikstofbeleid. “Ons bedrijf ligt binnen een kilometer van een Natura2000-gebied, de Sallandse Heuvelrug. Als wij worden verplicht om 70 procent stikstof te reduceren, wordt het heel lastig. Dat betekent het einde van dit bedrijf.”

Vindt hij niet dat natuurgebieden bescherming nodig hebben? “Daar ben ik het wel mee eens, maar ik denk dat generieke maatregelen niet de oplossing zijn. Als de overheid heel hard gaat drukken op stikstof en de veestapel, dan verdwijnen ook de melkveebedrijven met het grasland, de houtwallen en de koeien in het landschap. Dan scoor je een 10 voor stikstof, maar heb je daarna nog een gebied waar je blij van wordt? Je ziet nu al dat er meer intensieve teelten komen in dit gebied. Die hebben een hoger rendement, maar hebben ook meer beregening, kunstmest en pesticiden nodig. En dat allemaal aan de voet van de Sallandse Heuvelrug. Dat past hier toch niet?”

Noaboerschap Haarle

Hoe moet het dan wel? “De vraag is welke problemen wil je oplossen en tegen welke prijs? De oplossing moet komen van een integrale benadering in het gebied”, zegt Heuven. Zelf is hij actief in een initiatief dat gericht is op zo’n oplossing. Onder de naam Noaboerschap Haarle hebben de 35 agrarische grondgebruikers een toekomstvisie uitgewerkt voor de landbouw en de ontwikkeling rond het dorp. “Binnen het gebied liggen de oplossingen binnen handbereik. Als je weet dat er een aantal bedrijven binnen 10 à 15 jaar gaat stoppen, dan moet het toch mogelijk zijn voor andere om door te gaan? Als je op basis daarvan een plan maakt, bereik je veel meer dan met generieke maatregelen voor bedrijven die toevallig binnen een bepaalde straal van een natuurgebied liggen.”

Saai

Noaboerschap Haarle is in gesprek met de provincie over de rol van dit lokale initiatief in het beleid en de (financiële) ondersteuning van het proces. Heuven vindt dat de politiek ruimte moet geven aan lokale initiatieven. “Niemand weet beter hoe de omgeving in elkaar zit en hoe je met de grond moet omgaan, dan de mensen die er wonen en werken. Bovendien: in de sector is veel expertise aanwezig, onder meer in de zuivelindustrie en bij veevoerbedrijven. Die expertise kan ons redden, dat weet ik zeker.”

Het steekt de melkveehouder dat in het maatschappelijke debat partijen zo scherp tegenover elkaar staan. “Overal in de wereld zouden ze trots zijn op een agrarische sector die zo efficiënt en kwalitatief hoogstaand voedsel produceert. Maar hier worden we door sommigen weggezet als een failliet systeem”, zegt hij. “Ik zou graag vertrouwen in de politiek willen hebben. Het lijkt nu wel dat het alleen maar gaat om scoren met ‘one-liners’ en polariseren. Wat mij betreft moet politiek weer saai zijn. Wat we nodig hebben is een overheid die ten dienste staat van de samenleving. Met gewoon verstandige en realistische mensen die bijsturen waar dat nodig is en in staat zijn belangen goed af te wegen.”