Draagt bijmengplicht bij aan verdienmodel in de zuivelketen?
Melkveehouders willen hun bedrijven wel verduurzamen, maar zien de hogere kosten die dit met zich brengt niet terug in de opbrengstprijs voor hun melk. Verduurzaming komt pas van de grond met een gezond verdienmodel. Helpt een inkoop- of bijmengplicht?
(Uit ZuivelZicht nr. 9, september 2023)
Tekst: Jeen Akkerman
Een bijmengplicht komt erop neer dat in zuivelproducten een minimumpercentage ‘duurzame’ melk is verwerkt. Bijvoorbeeld consumptiemelk of kaas op basis van ten minste 20 procent duurzaam geproduceerde melk. Door dit verplicht te stellen, neemt de vraag naar duurzaam geproduceerde melk toe en zal de prijs ervan omhoog gaan. De extra kosten worden goedgemaakt door een betere prijs uit de markt.
Brandstoffen
Een bekend voorbeeld uit een andere sector is de wettelijke verplichting om biobrandstoffen toe te voegen aan benzine en diesel voor auto’s. Die is sinds 2007 in ons land van kracht en sinds 2009 in de EU. Deze bijmengplicht is effectief. De toepassing van diverse biobrandstoffen zoals bio-ethanol en biogas is in de loop der jaren sterk toegenomen. Het idee van een bijmengplicht voor agrarische grondstoffen kan op sympathie van de Nederlandse politiek rekenen. In december 2022 heeft de Tweede Kamer met een grote meerderheid een motie hierover van Kamerlid Derk Boswijk (CDA) aangenomen. De Kamer heeft daarmee de regering gevraagd te onderzoeken of een bijmengverplichting van duurzame grondstoffen kan worden opgelegd aan de verwerkende industrie en de retail.
Hoe gaat zo’n bijmengplicht in de praktijk werken? Wat zijn precies de effecten en onder welke voorwaarden bevordert het de verduurzaming in de landbouw? Over die vragen hebben vier wetenschappers van Wageningen UR zich gebogen, in opdracht van het ministerie van LNV, dat het bereik heeft verbreed naar een inkoopverplichting voor duurzame landbouwproducten. In juni zijn hun bevindingen gepubliceerd in de scenarioanalyse ‘Inkoopverplichting van duurzame landbouwproducten’.
NLPG
De onderzoekers nemen als uitgangspunt voor ‘duurzame rauwe melk’ de invulling van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Dat programma stelt voor verschillende gebieden eisen aan onder andere natuur, stikstofreductie, klimaat en water. Centrale vraag in de scenarioanalyse: Wat zijn de effecten als de zuivelindustrie bij de inkoop verplicht 20 procent melk moet betrekken die voldoet aan deze (nog niet gedefinieerde) ‘NPLG-eisen’? In de huidige praktijk is ongeveer 8 procent van de melk extra duurzaam, namelijk biologische melk (3 procent) en melk onder de keurmerken ‘On the way to Planet Proof’ en ‘Beter voor…’ (samen maximaal 5 procent). Als die voldoen aan het NPLG moet er dus 12 procent duurzame melk bij komen. De zuivelindustrie zal dit zo efficiënt en flexibel mogelijk willen invullen. Daarom is het volgens de onderzoekers raadzaam de inkoopverplichting overdraagbaar te maken tussen bedrijven en ook import van duurzame rauwe melk uit het buitenland mee te nemen.
Retail
De onderzoekers betwijfelen of de Nederlandse retail de hogere kosten gaat betalen die worden gemaakt bij een inkoopverplichting of bij een fysieke bijmengplicht. Als dat niet (volledig) gebeurt, zal het tot extra discussies leiden bij (coöperatieve) zuivelbedrijven over de verdeling van het melkgeld. En als het percentage verplichte inkoop van ‘duurzame’ melk te hoog wordt vastgesteld, zal ook de kostprijs voor export-zuivel omhoog gaan en dus de concurrentiepositie van de Nederlandse zuivel verzwakken. Tenzij de duurzamere Nederlandse zuivelproducten in het buitenland extra worden gewaardeerd en dus een hogere prijs opbrengen. Volgens het rapport roept een mogelijke inkoopverplichting nog veel vragen op; mede door de onzekerheden in de huidige beleidscontext is het verre van eenvoudig om eenduidige antwoorden te geven.
‘Er komt minder melk’
Landbouweconoom Krijn Poppe denkt dat een bijmengplicht een goed idee is. Het kan een goede maatregel zijn om te voorkomen dat een krimp van de veestapel ten koste gaat van duurzame veehouders. Poppe is de geestelijk vader van de bijmengplicht voor duurzame melk. Hij ontwikkelde het idee in een denktank van de Transitiecoalitie Voedsel. “Ik merk dat er veel belangstelling voor is”, aldus Poppe. Hij had graag gezien dat de effecten van een fysieke bijmengplicht in de Wageningse studie niet zijn doorgerekend. “Naar mijn inzicht zal het wel degelijk leiden tot meebetalen door de consument aan verduurzaming.” Daarnaast kan de bijmengplicht bijdragen aan de gewenste structurele ontwikkeling in de Nederlandse melkveehouderij en zuivel. “We weten dat er minder melk komt in Nederland. Dan moet je er voor zorgen dat er zoveel mogelijk duurzame melk overblijft. Met een bijmengplicht prikkel je de Nederlandse zuivelindustrie om meer hoogwaardige zuivel op basis van duurzame grondstoffen te maken en minder bulkproducten. En je brengt de melkveehouders die de stap naar verduurzaming zetten in een betere positie.”