Franse bio-sector lijdt onder verwarring consument
De biologische landbouw in Frankrijk zit in een dip. De Fransen kopen het laatste jaar minder biologische producten. Oorzaken zijn onder meer de inflatie en ook concurrentie van andere duurzame labels, vermoedt de Nederlandse landbouwraad in Parijs. “De consument is wat gaan zwabberen.”
(Uit ZuivelZicht nr. 7, juli 2023)
Tekst: Bert Westenbrink
Frankrijk was in 2021 met 2,8 miljoen hectare EU-koploper in de biologische landbouw. Jarenlang zat de groei er stevig in, maar daar is aan het begin van dit decennium een kentering in gekomen. De consumptie stagneerde en medio 2022 zette de daling in. Door die terugval sluiten aanbod en vraag niet meer op elkaar aan. Zo wordt in de biologische zuivelsector van elke 3 liter biologische geproduceerde melk er 1 als gangbaar verkocht. Dat is 33 procent en dat percentage zou dit jaar nog weleens kunnen oplopen tot 42 procent, aldus de zuivelbrancheorganisatie CNIEL. Het surplus gaat als gangbaar langs de kassa omdat de ecologische zuivelproducten door consumenten als te duur worden beschouwd, ook al is het prijsverschil met gangbare producten teruggebracht tot 10 procent.
Die trend zet een rem op de omschakeling. Het percentage boerenbedrijven dat de overstap maakte nam in 2022 af met 32 procent. In de melkveesector was dat 49 procent, in de akkerbouw 55 en in de varkenssector 50. Ondanks deze afname is het aantal boeren dat de overstap maakt naar biologische productie, nog groter dan het aantal uitstromers, zegt l’Agence Bio, het promotiebureau van de sector. In 2022 groeide het aantal biologische bedrijven met 3,5 procent tegen 9 procent in 2021. In 2022 produceerden de 4.200 biologische melkveebedrijven 1,26 miljard liter melk, een groei van 2,7 procent.
Het areaal biologisch groeit dus nog steeds, maar niet hard genoeg om het doel van de Franse overheid voor 2027, 18 procent van het totale landbouwareaal, te halen. In 2022 werd 10,7 procent van de landbouwgrond biologisch bewerkt.
Omzetdaling
L’Agence Bio presenteerde 1 juni de prestatiecijfers over 2022. Die maakten duidelijk dat het aandeel biologisch in de totale aankopen van de consument zakte van 6,4 naar 6 procent. De verkoop van biologische producten via het supermarktkanaal, goed voor 92 procent van de biologische afzet , daalde vorig jaar met 4,6 procent tot 12 miljard euro. De biologische speciaalzaken deden het nog slechter met een omzetdaling van 8,6 procent. Die terugval had tot gevolg dat bijna 200 van de 3.000 biologische winkels hun deuren sloten.
Het was niet allemaal kommer en kwel, zo herstelde de verkoop van producten voor consumptie buitenshuis zich na de Covid-19 pandemie (plus 17 procent). Ook de verkoop van lokale biologische producten op boerderijen groeide met 3,9 procent. Maar het goede nieuws sneeuwde onder in de analyse dat de sector nog steeds in een crisis verkeert.
Hulp overheid
Om de crisis te bezweren en de doelstellingen te halen schiet de Franse overheid te hulp. In februari kondigde de Franse premier Elisabeth Borne tijdens haar bezoek aan de Salon International de l’Agriculture 10 miljoen euro noodhulp aan. Al snel werd duidelijk dat dit bedrag niet serieus werd genomen door een sector die bestaat uit bijna 60.000 biologische bedrijven; de noodhulp zou neerkomen op 167 euro per bedrijf.
In reactie vroegen de zes belangrijkste organisaties die de biologische sector vertegenwoordigen, verenigd in La Maison de la Bio, de regering om 300 miljoen euro. Het werd bijna 200 miljoen euro. Marc Fesneau, de Franse minister van Landbouw en Voedselsoevereiniteit, kondigde 17 mei een reeks nieuwe maatregelen aan ter ondersteuning van de biologische landbouw. Een deel (60 miljoen) wordt als noodhulp ingezet, voor het overige investeert de overheid in structurele maatregelen, zoals promotiecampagnes. Maar ook wordt er veel geld (120 miljoen euro) gestoken in de verkoop van biologische producten in overheidsrestaurants en schoolkantines.
Verwarring biologisch en lokaal
In Parijs volgt de Nederlandse landbouwraad, Martijn Weijtens, de crisis op de voet. Hij geeft desgevraagd een toelichting: “De inflatie is een van de redenen waarom de biologische sector in crisis is; men kan minder uitgeven en daar lijdt biologisch onder. Maar wat ook speelt is verwarring bij consumenten over lokaal en biologisch. De minder goed geïnformeerde Franse consument had het idee dat biologisch lokaal zou zijn en dat is niet altijd zo. Daar kwam negatieve publiciteit over en dat is het biologische label in de weg gaan zitten. Zo van, je kunt wel biologisch kopen, maar dan kan het nog wel van de andere kant van de wereld komen. En lokaal wordt erg gewaardeerd in Frankrijk.”
Is het terecht dat consumenten zo redeneren?
“De producten komen over het algemeen niet van de andere kant van de wereld, maar het klopt wel dat biologisch niet meer per se lokaal is. De grote supermarktenketens, in Frankrijk zijn dat bijvoorbeeld Carrefour en Auchan, hebben grote afdelingen biologisch en daar vind je ook producten uit Duitsland, Spanje, Italië, Nederland en misschien nog verder.”
“Er is ook discussie ontstaan over de labels. Er is hier in Frankrijk een alternatief certificeringssysteem ontwikkeld: Haute Valeur Environnementale (HVE). Dat is een soort tussenlabel: deze producten zijn goed voor het milieu, maar wel goedkoper dan biologisch. Wat je ook veel ziet is dat groenten en fruit worden aangeboden met het label ‘vrij van gewasbeschermingsmiddelen’. Door die alternatieve labels is er twijfel ontstaan over biologisch, de consument is wat gaan zwabberen. Het is niet zo dat die alternatieve labels ongefundeerd zijn. Het HVE-label is bijvoorbeeld een officieel label en in de Franse wetgeving opgenomen. Het heeft wel een lichter eisenpakket dan biologisch, om het zo maar te zeggen.”
Is het steunplan van de overheid voor de biologische sector toereikend?
“De sector en ook de overheid hebben het gevoel dat ze het biologische verhaal opnieuw moeten uitleggen aan de consument om het vertrouwen weer te winnen. Dus er is veel geld voor communicatiecampagnes. Of dat toereikend is weet ik niet. De biologische sector roept dat het niet genoeg is. Maar je zou denken: laten we nou eens met deze steun beginnen.”
‘Frankrijk wil meer zelfvoorzienend zijn, dat noemen ze voedselsoevereiniteit’
De overheid heeft wel stevige ambities: in 2027 moet het biologische areaal zijn gegroeid naar 18 procent, 7 procent meer dan nu.
“Zeker. Maar de ambities zijn al naar beneden bijgesteld. Het was 25 procent, maar de regering had door dat dat te hoog gegrepen is. Wat ook speelt is dat Frankrijk meer zelfvoorzienend wil zijn. Dat noemen ze voedselsoevereiniteit. Dat is een belangrijk thema hier, zeker na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne. Dat is heel urgent voor groente, fruit en pluimveeproducten, waarvan de helft wordt geïmporteerd. Daar ligt de prioriteit bij de regering.”
“Verduurzaming is nog steeds belangrijk, maar volume is nu ook een topprioriteit.”
In de biologische melkveehouderij wordt 1 op de 3 liter verkocht als gangbaar. Toch neemt het aantal biologische melkveebedrijven nog toe.
“Als je direct aan de consument verkoopt, loont dat nog steeds. Misschien zijn er afzetmarkten in het buitenland te vinden. Het is al met al moeilijk om dat heel zwart-wit te zien. Maar zo’n cijfer is helemaal niet goed voor de motivatie om biologische zuivel te gaan produceren.”
Als de groeicijfers krimpcijfers worden, dan kom je op een gegeven moment uit bij het vraagstuk van de schaalgrootte.
“Ja. Maar dat geldt voor de hele Franse zuivel. De melkveestapel krimpt. In Bretagne, Normandië en de Loire-streek is nog geen probleem. Maar in het Massif Central en in de regio Centre is het risico aanwezig dat de sector door de grens van de kritische massa zakt. De Franse boerenbond FNSEA klopt ook bij onze ambassade aan met de vraag of wij nog boeren in Nederland weten die in Frankrijk melkveebedrijven willen overnemen. Ze hebben heel hard boeren nodig om de zuivelinfrastructuur vitaal te houden. Dat is absoluut een thema hier.”
Wat kunnen we in Nederland leren van de impasse in Frankrijk?
“De concurrentie van andere labels kan een punt van aandacht zijn, evenals weten wat er onder het publiek leeft.”
“Maar er zijn ook genoeg mensen hier die zeggen dat je deze stagnatie had kunnen verwachten. De biologische sector is in een aantal jaren voor de coronacrisis enorm gegroeid. En dan komt er een moment waarop het weer even stabiliseert of stagneert. Dus het is misschien ook niet zo dat je direct heel pessimistisch moet zijn.”