Ketenpartijen op de bres voor vitale melkveehouderij

‹ Terug naar overzicht

Ketenpartijen op de bres voor vitale melkveehouderij

Geplaatst op:

Een coalitie van partijen in de melkveehouderij heeft een voorstel opgesteld voor een vitale melkveehouderij in Nederland. LTO Nederland, het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK), de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) en de Rabobank hebben de afgelopen maanden daarvoor de Coalitie Toekomst­bestendige Melkveehouderij gevormd. 

 

Tekst: René van Buitenen

Organisaties van melkveehouders (LTO  en NAJK) en zuivelondernemingen (NZO) hebben samen met de Rabobank een doorgerekend pakket aan maatregelen gepresenteerd dat gericht is op de toekomst van de melkveehouderij in Nederland. De reductie van stikstof op verschillende typen melkveebedrijven staat centraal in het vorige maand gepresenteerde pakket. Daarvoor zijn investeringen in stallen, grond en management voorgesteld. De ketenpartijen hebben ook rekening gehouden met neveneffecten voor milieu, energie en klimaat. 

Zij richten zich met hun voorstel op de blijvers: de melkveehouders die hun bedrijf willen voortzetten. Verder is het voorstel gebaseerd op een combinatie van managementmaatregelen, structuurversterking en aanpassing van stalsystemen op basis van bestaande technieken. 

Doorrekening voor vitale melkveehouderij

Om die maatregelen uit te kunnen te voeren is volgens de initiatiefnemers een eenmalige, minimale investering van de overheid noodzakelijk van € 1,3 miljard in totaal tot 2030. Dit bedrag is tenminste noodzakelijk voor de niet-productieve reductiemaatregelen van ammoniak in de melkveehouderij blijkt uit de doorrekening uitgevoerd door Wageningen University & Research (WUR). Die heeft daarbij rekening gehouden met de verwachte autonome ontwikkeling van de sector. WUR raamt de te verwachten reductie aan ammoniakuitstoot door de melkveehouderij in 2030 op 28 procent ten opzichte van 2018 en de extra (eenmalige) investeringen voor ammoniakmaatregelen in stallen, wateropslag en grond op € 1,3 miljard. Het gevraagde investeringsbedrag komt bovenop de reguliere investeringen die nodig zijn voor een toekomstbestendige melkveehouderij. 

De maatregelen voorzien onder meer in managementmaatregelen zoals efficiënter voeren, met water bemesten en meer weidegang. De coalitie stelt voor om bestaande stallen versneld emissiearm te maken en nieuwe stalsystemen toe te passen die met vooruitstrevende technieken stikstofemissie reduceren. Ook vragen partijen investeringen in meer grond voor de melkveehouderij, bijvoorbeeld door het instellen van een grondfonds en door in bepaalde gebieden grond te herverkavelen. Daardoor kan de melkveehouderij extensiever worden wat leidt tot minder uitstoot per hectare en wordt de structuur van de sector versterkt. 

Degelijk voorstel

Het gaat volgens Wil Meulenbroeks, voorzitter van de LTO-vakgroep Melkveehouderij om een degelijk, sterk onderbouwd voorstel dat melkveehouders perspectief biedt. “Onze leden hebben behoefte aan concrete mogelijkheden die toekomst bieden. Dat blijkt steeds weer, in gesprekken met onze leden en bestuurders, en laatst ook in de enquête die door ruim 1.300 melkveehouders werd ingevuld. Dit pakket bevat doorgerekende maatregelen die nu al beschikbaar zijn. Ze stellen de blijvers in onze sector in staat een bijdrage te leveren aan het vlottrekken van het stikstofdossier. Daarover gaan we nu verder in gesprek met onze leden.” 

Het pakket biedt volgens Marije Klever, NAJK-bestuurslid Melkveehouderij, ook jonge melkveehouders de gelegenheid hun bedrijf te ontwikkelen. Daarbij is wel van belang dat die ruimte er ook komt voor de bedrijven die vóór de Raad van State-uitspraak op basis van de Programmatische Aanpak Stikstof mochten rekenen op een vergunning (de zogenoemde PAS-melders en interimmers). “Reductie van stikstof kan pas plaatsvinden als je bedrijf legaal is”, aldus Klever.

Ondersteunen

De maatregelen zijn door WUR doorgerekend op bedrijfsniveau. De doorrekening laat zien wat de maatregelen betekenen voor verschillende bedrijfstypen. Elke melkveehouder kan de reductiemaatregelen nemen die passen bij zijn of haar bedrijfsvoering. “De ketenpartijen zullen melkveehouders daarbij zo veel mogelijk ondersteunen. Maar zuivelondernemingen zullen in geen geval dwingende of verplichtende maatregelen nemen om de uitstoot van stikstof op melkveebedrijven terug te brengen”, zegt Oscar Meuffels, directeur van de NZO. 

WUR: Integraal maatregelenpakket is realistisch 

Het maatregelenpakket van LTO, NAJK, NZO en Rabobank kan op sectorniveau een reductie
van 28 procent ammoniakemissie uit de melkveehouderij opleveren, blijkt uit de
doorrekening die Wageningen University & Research heeft gemaakt. Hierbij is uitgegaan van
een basisscenario rond de verwachte ontwikkeling van de Nederlandse melkveesector
waarbij het huidige beleid en gedrag worden voortgezet. “Het pakket aan maatregelen kan als
realistisch worden getypeerd omdat de wijzigingen ten opzichte van de huidige gemiddelde
praktijk mogelijk lijken zonder grote systeemveranderingen. Op het niveau van individuele bedrijven bezien,
zijn verdergaande maatregelen zeker denkbaar”, aldus de WUR.
De onderzoekers van Wageningen Economic Research en Wageningen Livestock Research
gaan er wel van uit dat 100 procent van de bedrijven meedoet. Zij concluderen verder dat realisatie van
die implementatiegraad, gerichte en gecoördineerde sturing vergt, zowel vanuit overheden als het bedrijfsleven.

“Dit initiatief stelt ondernemers in staat om hun bedrijf toekomstbestendig te maken op de manier die hen het beste past”, stelt Marijn Dekkers, sectormanager Melkveehouderij bij Rabobank. “Als strategisch partner van vele melkveehouders vindt Rabobank het belangrijk om bij te dragen aan nieuw perspectief voor de sector. Met dit voorstel brengen we samen met onze partners in beeld wat nu al mogelijk is. Daarmee geeft het een impuls aan een vitale en toekomstbestendige sector.”

Bestuurlijke reacties 

De voorzitter van LTO Nederland, Sjaak van der Tak, reageert bijzonder positief op de voorstellen uit de melkveehouderijsector. “De melkveehouderijsector neemt verantwoordelijkheid met deze integrale aanpak.” Het voorstel past volgens hem in ‘Duurzaam Evenwicht’, het voorstel dat LTO Nederland onlangs met onder andere VNO-NCW deed om de stikstofuitstoot versneld te reduceren. “Met ‘Duurzaam Evenwicht’ helpen we ook nog piekbelasters uit alle economische sectoren, door naast brede innovatie ook vrijwillige verplaatsing en vrijwillige opkoop voor te stellen. Dat is geen onderdeel van deze doorrekeningen, maar zie ik mogelijkheden om het – en samenspraak met onze leden – in te passen.” 

“Als NAJK staan we voor de toekomst van de jonge boer, met dit plan bouwen we daar aan. Daarom staan we als NAJK hier achter”, stelt Roy Meijer, NAJK-voorzitter.

Hein Schumacher, voorzitter van de NZO: “Onze leden zijn gebaat bij vitale melkveebedrijven. Want hun toekomst is ook onze toekomst. Uitvoering van dit voorstel is daarom van belang voor zowel ons als voor de hele keten.” 

In de visie van de Rabobank is de land- en tuinbouw is onmisbaar is voor de kwaliteit van leven in Nederland. “Hiervoor hebben we een veerkrachtige melkveehouderij nodig. Een sector waar (jonge) melkveehouders toekomst hebben en die tegemoet kan komen aan maatschappelijke wensen”, reageert Carin van Huët, directeur Food en Agri Nederland bij Rabobank. 

Dit artikel is verschenen in ZuivelZicht 7 2021. Nog geen abonnee? Klik HIER en profiteer het eerste jaar van maar liefst 25% korting.