Leerdammer wil meer melk binnenhalen voor groei

‹ Terug naar overzicht

Leerdammer wil meer melk binnenhalen voor groei

Geplaatst op:

Royal Lactalis Leerdammer heeft een hectische en lastige overgangsperiode achter de rug. Nu is het bedrijf klaar voor de toekomst, zegt directeur Jan Verbessem. “Onze ambitie is Leerdammer verder uitbouwen tot één van de grootste merken van Groupe Lactalis.”
(Uit ZuivelZicht nr. 10, oktober 2023)

Tekst: Bert Kleiboer

Twee jaar geleden op 1 oktober is de Nederlandse kaasproducent Leerdammer overgenomen door het Franse Lactalis. Sindsdien bleef het voor de buitenwereld stil rond het bedrijf. Achter de schermen werd echter hard gewerkt aan het inbedden van het bedrijf in de nieuwe organisatie. Nu is die integratie voltooid, zegt algemeen directeur Jan Verbessem. Royal Lactalis Leerdammer is er klaar voor om zijn ambities na te jagen.

De nieuwe moeder Groupe Lactalis is het grootste zuivelbedrijf ter wereld en eigendom van de familie Besnier. De groep is wereldwijd actief. Het verwerven van een positie in de Nederlandse zuivelindustrie stond al heel lang op het verlanglijstje van de Franse familieonderneming, zegt Verbessem. Sinds de overname leidt hij de Nederlandse kaasproducent. De Belg is sinds 2006 in verschillende rollen in dienst bij de Franse werkgever.

Leerdammer past volgens hem perfect in de merkenstrategie van de zuivelreus. “De visie van Lactalis is gericht op sterke merken en vakmanschap. De groep heeft in de loop van zijn 90-jarige bestaan met acquisities een enorme expertise opgebouwd. Binnen de groep hebben de bedrijven en R&D-afdelingen veel contact en wisselen kennis en ervaringen uit. Dat maakt de groep enorm sterk. Leerdammer is een van de toonaangevende merken in het harde kaassegment in Europa en past dus perfect in dat plaatje.”

Blijft Leerdammer een Nederlands merk?
“Absoluut. Als Lactalis bedrijven overneemt, worden zowel de internationale als de lokale merken gekoesterd. De groep kiest ervoor de autonomie neer te leggen bij bedrijven in verschillende landen. Als Royal Lactalis Leerdammer zijn we onderdeel van een Frans bedrijf, maar het beleid voor de Nederlandse organisatie wordt hier in Nederland bepaald.”

“De lokale identiteit is belangrijk. Daarom wilden we het predicaat ‘koninklijk’ behouden. Dat is bij een overname geen vanzelfsprekendheid. Het hele bedrijf moest daarvoor opnieuw doorgelicht worden. We hebben dit gedaan uit respect voor de geschiedenis van het bedrijf en de medewerkers die dit in de loop van al die jaren hebben opgebouwd. We zijn er meer dan trots op.”

Hectische periode

De integratie heeft plaatsgevonden in een bijzondere periode. Met een oorlog in Oost-Europa en de torenhoge zuivelnoteringen waarvan fabrikanten van bulkproducten meer profiteerden dan de A-merkfabrikanten. Er is dan sprake van een inflatie en koopkrachtdaling bij consumenten die de merken relatief zwaar treft. Daar komt nog bij het onzekere perspectief voor de Nederlandse melkveehouderij door onder meer de stikstofcrisis. “Het was een hectische en moeilijke periode, we hebben uitzonderlijke omstandigheden beleefd in de sector”, zegt Verbessem. “Onder normale omstandigheden is het al een uitdaging om een bedrijf te integreren in een nieuwe organisatie, in deze tijd was het extra lastig. Toch hebben we het met z’n allen voor elkaar gekregen.”

Volgens eigen cijfers heeft Leerdammer in 2021 circa 730.000 miljoen kilo melk van zo’n 950 leveranciers tot 73.000 ton kaas verwerkt. Die aantallen zijn ondertussen iets kleiner geworden, zegt Verbessem, zonder daarbij precieze getallen te noemen. “Tot nu toe hadden we de melk die we nodig hadden.” Nu de integratie is voltooid, wil hij weer groeien. “We hebben het bedrijf klaar gemaakt voor de toekomst, op alle vlakken. We gaan aan de slag met onze ambitie: Leerdammer verder uitbouwen tot één van de grootste merken van Groupe Lactalis.”

Waar ziet u ruimte voor groei?
“De groep is geografisch sterk gespreid en is aanwezig op vijf continenten met een uitgebreid commercieel netwerk. Daar kunnen we als Leerdammer op meezeilen en letterlijk onze grenzen verleggen. Er zijn nog enorme uitbreidingsmogelijkheden in nieuwe landen, maar ook de afzet in Nederland gaat weer meer aandacht krijgen.”

Is voor die groei Nederlandse melk nodig?
“Ja. In wezen zou het kunnen met andere melk. Ik sluit het ook niet helemaal uit, want er kan binnen de groep melk verplaatst worden als een fabriek een overschot heeft. Onze prioriteit blijft echter lokaal produceren met lokale melk. Wij gaan vanaf nu weer actief aan de gang met het werven van nieuwe melkveehouders, die samen met ons die groei willen bewerkstelligen.”

Dat wordt lastig, want vrijwel alle zuivelbedrijven in Nederland en daarbuiten zijn op zoek naar melk.
“Die mogelijk krimpende markt is een punt van aandacht, daar zijn we niet blind voor. Die kan leiden tot een overcapaciteit in Nederland. Van onze kant zijn wij ervan overtuigd dat de toegevoegde waarde van ons merk het verschil kan maken voor melkveehouders. We zijn een financieel gezond en robuust bedrijf, we hebben heel veel afzetmogelijkheden voor de ontwikkeling in de toekomst. En met onze merkstrategie zijn we op de langere termijn goed bestand tegen de extreme marktschommelingen. Daarom geloven wij ook rotsvast dat onze toekomst in Nederland gegarandeerd is.”

Kaassoort en merk in één

Leerdammer houdt het midden tussen Gouda en Emmentaler. De gatenkaas is in 1974 ontwikkeld door het toenmalige zuivelbedrijf De Vijfheerenlanden en het NIZO. Het merk Leerdammer werd een internationaal succes. De Nederlandse producent werd in 2002 onderdeel van het Franse Bel. Sinds 2021 is Lactalis de eigenaar. Daarmee komt Leerdammer in een internationale omgeving met diverse A-merken, waaronder de brie en camembert van Président, de mozzarella, parmazaan en gorgonzola van Galbani en de feta van Salakis.

Het eigenzinnige Nederlandse merk staat goed in dat rijtje, vindt directeur Jan Verbessem. “Leerdammer is bijzonder. Er zijn in de wereld niet veel merken met zo’n specifiek smaakprofiel. Het is geen Gouda, het is geen Maasdammer, het is eigenlijk een kaassoort op zich. Dat maakt het merk uniek.”

Jan Verbessem: "Onze lokale identiteit is belangrijk. Daarom zijn we meer dan trots op ons predicaat Koninklijk." (Foto: Rob ter Bekke)