Melk indikken op de boerderij, minder water transporteren

‹ Terug naar overzicht

Melk indikken op de boerderij, minder water transporteren

Geplaatst op:

Dikke melk is een uitdrukking die sommige melkveehouders gebruiken om aan te geven dat hun koeien hoge gehalten vet en eiwit in de melk leveren. Fokkerij en vooral voeren worden ingezet om de gehalten hoger te krijgen. Er is een andere manier die melk indikken mogelijk maakt: door er op de ­boerderij water uit te halen. 

 

Tekst: Jeen Akkerman

Jos van Dalfsen (links) van Wafilin en Kees de Koning van Dairy Campus in de proefinstallatie voor het indikken van melk. (Foto: Jan BuwaIda)

Jos van Dalfsen laat een stalen cilinder zien. De jonge ondernemer staat samen met manager Kees de Koning van Dairy Campus in de deuropening van een container naast de melkstal van de proefboerderij. Vanuit de melkstal lopen leidingen naar de container, waarin de installatie voor het indikken van melk staat opgesteld. Het is een demonstratieproject, dat Van Dalfsens onderneming Wafilin Systems samen met Dairy Campus en andere partijen uitvoert, met financiële steun van de Europese Unie.

In de cilinder bevinden zich diverse membranen waar de melk doorheen stroomt. “We werken met luchtdruk in plaats van met mechanische pompen. Zo halen we water uit de melk zonder de inhoudsstoffen, zoals de vetbolletjes, te beschadigen”, aldus Van Dalfsen. Hiermee is de inmiddels praktijkrijpe vinding geschikter voor het indikken van melk dan de installaties die in afgelegen gebieden in Australië en de Verenigde Staten al langer worden gebruikt voor dit doel.

Melk indikken in plaats van water transporteren

Aan de praktijkopstelling is veel onderzoek en testen voorafgegaan. Kees de Koning herinnert zich dat hij al in 2009 betrokken was bij een praktijknetwerk over het onderwerp. “Boeren vroegen ons toen al waarom we zoveel water in de melk transporteerden en of dat niet anders kon. We hebben toen gekeken wat er op dit terrein in de wereld gebeurde. Daar was bij de zuivelindustrie in Europa weinig interesse voor. We hebben een rapport gemaakt en geadviseerd om de techniek verder te ontwikkelen, om te kijken naar de wetgeving en naar het verdienmodel.” 

‘Je kunt ook het water dat je uit de melk haalt verwaarden’

Het rapport belandde niet in de spreekwoordelijke lade, want enkele jaren later meldde Harry van Dalfsen – de vader van Jos – zich bij De Koning. Op basis van zijn ervaring in de drinkwater- en voedingssector kwam hij op het idee om het indikken van melk te koppelen aan de melkrobot. Onder het Friese innovatieprogramma ‘Fryslân Fernijt’ (Friesland vernieuwt) werd een project opgestart om een kleinschalig prototype te ontwikkelen met focus op het behoud van de melkkwaliteit. Het trok de aandacht van zoon Jos, die inmiddels zijn vader is opgevolgd bij Wafilin en zelf veel tijd besteedde aan het vervolmaken van de installatie. Zijn onderneming heeft inmiddels patent op de essentie van de installatie: de specifieke procesvoering met bepaalde membranen.

Koeienbier van melkwater

Melk indikken is het enige dat de installatie doet, in tegenstelling tot grootschalige projecten in de Verenigde Staten en Australië, waar de melk wordt gepasteuriseerd en gesepareerd alvorens in te dikken. “Dit past in de trend naar meer aandacht voor deelprocessen in de zuivelketen, ook op de boerderij”, aldus De Koning. Hij noemt als voorbeeld de Orbiter van Lely, een soort minizuivelfabriekje waarmee op de boerderij consumptiemelk wordt gemaakt. Zo zou de ingedikte melk op de boerderij verder kunnen worden verwerkt tot bijvoorbeeld speciaal ijs of yoghurt. “Omdat het drogestofpercentage na indikking twee keer zo hoog is, namelijk ongeveer 26 procent, krijg je zeer romige en smaakvolle producten”, legt De Koning uit. Hij wil nog wel een stap verdergaan: “Je kunt ook het water dat je uit de melk haalt verwaarden. Je zou het bijvoorbeeld op de markt kunnen brengen als milkwater of kunnen gebruiken om er een speciaal bier mee te maken.” Medewerkers van Wafilin hebben al een fust gebrouwen onder de naam ‘Suvelbierke’. 

Een andere weg om de nieuwe technologie tot waarde te brengen is het opzetten van aanvoerketens op basis van melkconcentraat. Samenwerking met de zuivelsector is voor dit traject essentieel, omdat de investering in de installatie fors kan zijn: enkele tonnen. “De melkveehouder moet deze investering terugverdienen”, zegt Van Dalfsen. “Dat kan alleen als hij de voordelen ontvangt die verderop in de keten worden gerealiseerd.” 

Transport

Het gaat dan allereerst om de transportkosten. De Wafilin-installatie verbruikt voor ongeveer 0,5 cent per liter melk aan operationele kosten (elektriciteit, onderhoud en chemie); het transport van melk per RMO kost in Nederland ongeveer 1,5 cent per liter (afhankelijk van de afstand). Als de melkplas door indikking met de helft daalt, blijft er 0,25 cent per liter melk over. Dat is, ook afhankelijk van de brandstofprijzen, te weinig om de investering goed te maken. Ook als er een beloning zou zijn voor de lagere uitstoot van CO2 als gevolg van minder transportkilometers.

Dit artikel is verschenen in ZuivelZicht 2 2022.
Nog geen abonnee? Klik HIER en profiteer
het eerste jaar van maar liefst 25% korting.

Maar er zijn ook in de zuivelfabriek voordelen: als je melk met minder water verpoedert, kost dat minder energie dan bij standaardmelk. Hoe dat exact uitpakt qua kosten en uitstoot van CO2 weet Van Dalfsen nog niet. In ieder geval wordt een deel van het voordeel hier tenietgedaan door de efficiency van de grotere schaal waarop de zuivelfabriek werkt – onder andere door ook membraantechnieken toe te passen. 

Waarschijnlijk is toepassing van de Wafilin-installatie vooral interessant als de melk over grote afstanden wordt vervoerd. Dus bijvoorbeeld in de Verenigde Staten of Australië. “Daar zijn we over in gesprek met zuivelondernemingen aldaar”, vertelt Jos van Dalfsen. En ook in Oost-Europa is er belangstelling  – bij bedrijven die melk over de Alpen transporteren naar Italië – maar ook bij Nederlandse zuivelbedrijven die relatief veel melk uit het buitenland halen. 

Lees ook:
Uitdagingen zuivelketen vragen om nieuwe technologische oplossingen
Technologische oplossingen zijn nodig om de uitdagingen voor de toekomst van de zuivelketen het hoofd te bieden. Het ­congres van het Genootschap ter ­Bevordering van Melkkunde op de Dairy Campus laat verschillende voorbeelden zien.