‘Melkveebedrijven moeten recycling opnieuw uitvinden’

‹ Terug naar overzicht

‘Melkveebedrijven moeten recycling opnieuw uitvinden’

Geplaatst op:

Pieter van der Valk is naast melkveehouder ook ondernemer in Agri-cycling, het coöperatieve initiatief voor het omzetten van groen restmateriaal naar compost. Deze recycling geeft bedrijven extra verdiencapaciteit en versterkt ook hun maatschappelijke waarde. In zijn ogen kunnen melkveebedrijven antwoord geven op opgaven rondom milieu, klimaat, biodiversiteit, stikstof en natuurontwikkeling.

 

Tekst: Alice Booij

Melkveehouder Pieter van der Valk: “We kijken met een ondernemersbril en vragen ons af wat de positie van landbouw kan zijn voor andere partijen.” (Foto’s: Johanna Faber) 

Wat kan een jonge melkveehouder leren van een studiereis naar Chili? Dat dacht Pieter van der Valk toen hij in 2019 via het Nuffield Scholarship werd uitgenodigd voor een landentour. “Het werd mijn meest inspirerende reis”, vertelt hij op het melkveebedrijf in Ferwoude waar hij samen met zijn vader Jacob zo’n 125 koeien melkt. ”In Chili zetten veehouders hun zuivelproducten rechtstreeks op de markt af. Ze kijken over alle schakels in de keten heen om te ontdekken waar ze hun product het best tot waarde kunnen brengen.” Het bracht hem het inzicht van het eigenaarschap.

Dit artikel is verschenen in ZuivelZicht 11 2022.
Nog geen abonnee? Klik HIER en profiteer
het eerste jaar van maar liefst 25% korting.

Het bedrijf van de familie van der Valk is zeven jaar geleden verplaatst van hartje Workum naar Ferwoude, een paar kilometer verderop in Friesland. Op hun oude locatie verhuurden ze appartementen en molken ze koeien. ”Een combinatie die op ramkoers lag”, vat Pieter samen. “De verhuur van appartementen was ‘booming’ en 35 meter vanaf de stal stond het eerste woonhuis.” Het werd óf verder in het toerisme óf het melkveebedrijf verder uitbreiden. Met de verplaatsing van het melkveebedrijf werd het beide. Daarbij bleef Pieter ook buiten de deur werken. Voorheen was dat bij accountantskantoor Accon AVM, nubij Wageningen Livestock Research. Hij beperkt het wel van drie naar twee dagen in de week. “Mijn andere projecten vragen meer tijd.” 

Niet intensiveren

Het bedrijf – met twee melkrobots en een MDV-stal (Maatlat Duurzame Veehouderij) – had hij op orde en dan dient zich voor een ambitieuze melkveehouder al snel de vraag aan welke volgende uitdaging er wacht. “Eigenlijk moest ik gaan intensiveren”, zo werd hem geadviseerd. “Investeren in fosfaatrechten en meer koeien melken.” Met 72 hectare grond en het bedrijf in balans voelde hij daar eigenlijk weinig voor. “Ik wilde mijn eigen pad creëren, maar wel lucratief. Niet alleen omzet verhogen op het bedrijf, maar vooral ook meer marge maken.” Hij startte verschillende projecten. Met zonnepanelen is hij ‘relatief simpel’ CO-neutraal geworden. Daarnaast probeert hij in de grondcoöperatie Rijkdom boeren en private investeerders met elkaar te matchen om zo landschapsbeheer financieel aantrekkelijk te maken voor boeren. 

Recycling door melkveehouder

Het project waar hij momenteel veel tijd in steekt is Agricycling. “We hebben als landbouw een hele reeks opgaven liggen rondom milieu, klimaat, biodiversiteit, stikstof en natuurontwikkeling”, legt hij uit. “Ik zocht naar een systeem waarmee we antwoorden op zoveel mogelijk van deze vragen zouden kunnen geven.” Al brainstormend kwam hij tot de kern: de bodem. “Alles hangt samen met de bodem, het grote doel van de landbouw is tenslotte de recycling van nutriënten en de bodem staat daarbij als belangrijkste schakel centraal. Die heeft al vier miljard jaar ervoor gezorgd dat we nieuwe grondstoffen krijgen. Dat principe zijn we totaal vergeten, maar in Agricycling zijn we dat weer opnieuw aan het uitdenken.” De ultieme kringloopgedachte, geeft Pieter aan. “De kringlooplandbouw zoals we er nu over praten bestaat niet. We moeten het altijd aanvullen met krachtvoer en kunstmest, een kringloop behoort iedereen toe.” 

Zelf verdienmodel creëren

Met Agricycling zijn inmiddels 35 veehouders en twee gemeenten uit de regio betrokken. Interesse is er vanuit andere delen van Friesland en in vier andere provincies zijn inmiddels ook coöperaties opgericht. “We zijn begonnen met het gewoon te doen, toen kwam de interesse vanzelf. Er staan zeventig veehouders in de wacht.” 

Via Agricycling zetten boeren biomassa in de vorm van bijvoorbeeld berm- en slootmaaisel om tot compost.

Met Agricycling verandert de rol van de boeren positief, ervaart Pieter. ”We zitten er als boeren meestal op te wachten tot er een goed verdienmodel komt waar we in kunnen stappen. Bij Agricycling hebben we dat verdienmodel als boeren zelf opgezocht en kunnen we onze eigen ketenpositie organiseren.”

Lees ook: Onderzoek: melkveehouders dragen bij aan leefbaar platteland

Zoals het woord al zegt gaat het bij Agricycling om het agrarisch recyclen tot compost. Biomassa in de vorm van bermmaaisel en slootmaaisel bijvoorbeeld, en in de toekomst denkt Pieter dat er nog meer producten – tegen een recyclevergoeding – aan toegevoegd gaan worden. “We kijken met een ondernemersbril en vragen ons af wat de positie van landbouw kan zijn voor andere partijen.” Hij noemt het verwerken van groente-, fruit- en tuinafvalstromen (gft), en ook uiteindelijk humane excretie. “We hebben daar nog een hele weg te gaan, maar door daar nu al over te praten en na te denken hebben we onze positie al ingenomen.”

Op eigen kracht

Het resultaat ligt bij Pieter achter de stal waar twee lange rijen groene reststromen in het land liggen die hij regelmatig omzet om zo in tien weken te veranderen in vruchtbare compost. “Het is een initiatief dat eigenlijk iedereen aanspreekt”, geeft hij aan. “En waarbij het eigenaarschap bij boeren ligt.” De compost kan kunstmest vervangen, CO2 vastleggen, het stimuleert het bodemleven en zorgt voor meer biodiversiteit. “We krijgen ook een ander bodemleven”, merkt hij op. “De bodem van nu is al twintig jaar ingesteld op kunstmest en drijfmest.”

En dat had hij allemaal in Chili geleerd? “Ja, daar zag ik hoe boeren zelf zoeken naar kansen voor afzet en vooral ook hun drive en energie gebruiken om hun eigen kracht optimaal te benutten.”