Provincies ontwikkelen instrumenten voor verduurzaming

‹ Terug naar overzicht

Provincies ontwikkelen instrumenten voor verduurzaming

Geplaatst op:

Hoe moet de verduurzaming van de melkveehouderij op gang komen? Een aantal provincies is actief op zoek naar het antwoord. Zo lopen in Brabant en Drenthe al een aantal jaren programma’s, waarin boeren op basis van de kpi-aanpak zelf keuzes kunnen maken voor verduurzaming en biodiversiteit. “We praten niet over, maar mét boeren.”
(Uit Zuivelzicht nr. 3, maart 2023)

 

Tekst: Alice Booij

“Met onze ervaringen denk ik zelfs dat de Brabantse Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij een mooie basis is voor een landelijke uitrol”, zo verwoordde de Brabantse gedeputeerde Elies Lemkes-Straver begin februari het succes van de Brabantse Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij (BBM). “De monitor is een instrument waarmee een versnelling plaatsvindt van de transitie in het landelijke gebied.”

Waardering voor wat de boer doet

Brabant is één van de provincies waar wordt samengewerkt met boeren om bewust en actief in te zetten op verduurzaming in de bedrijfsvoering. “Er wordt direct waardering uitgesproken voor wat een boer al doet”, noemt Thijs Fikken, adviseur Landbouw en Natuur bij Aequator Groen + Ruimte als een belangrijke succesfactor. Fikken is één van de auteurs van het evaluatierapport van BBM. “Aanknopingspunten voor verbeteringen worden daarbij ook inzichtelijk gemaakt. Daarnaast is er in het project veel persoonlijke begeleiding vanuit de betrokken agrarische collectieven.”

Ook in het project Duurzaam Boeren Drenthe, dat onder de naam Duurzame Melkveehouderij Drenthe al in 2016 als pilot is begonnen, zijn de reacties positief, geeft gedeputeerde Henk Jumelet aan. “Wat ik heel waardevol vind, is dat het een programma is van alle partijen die in Drenthe bezig zijn met verduurzaming. Naast de agrarische sector, met LTO en het DAJK, zijn ook de terreinbeherende organisaties als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Drents Landschap en daarnaast Natuur & Milieu betrokken.” Het programma is onlangs uitgebreid met een pilot waarin akkerbouwers aan de slag gaan met kritieke prestatie-indicatoren (kpi’s).

Toegenomen enthousiasme

De boer komt zelf weer aan het roer te staan, vat Jumelet samen. “Wij willen sturen op doelen, niet met maatregelen; dat was onze insteek. We begonnen met twaalf boeren en uiteindelijk deden 230 melkveehouders mee.” Het toegenomen enthousiasme kan de gedeputeerde wel verklaren. “Ik heb de ervaring dat in discussies over bijvoorbeeld het stikstofprobleem of de waterkwaliteit, vaak wordt gesproken óver ‘de boeren’. Wij hebben in Drenthe gekozen voor een werkwijze waarbij we mét boeren praten.”

Kpi’s

Daarbij helpt het werken met kpi’s. “De boer bepaalt op basis van zijn vakmanschap hóe hij het aanpakt en met de score op de kpi kan hij laten zien wat hij bereikt. Met deze aanpak benut je de kennis in de agrarische sector om stappen te zetten in duurzaamheid en bereik je verbeteringen op verschillende deelgebieden.”

In Brabant kunnen dit jaar nog 150 deelnemers zich aanmelden voor het project en wordt een opschaling – met dank aan 13,5 miljoen euro van het ministerie van LNV – voorbereid naar 700 melkveehouders voor heel Brabant; een verdubbeling. “Het geeft inzicht in de duurzaamheidsprestaties op het eigen bedrijf”, verklaart Fikken het enthousiasme onder de boeren. “Ze kunnen zelf kiezen op welke manier ze hun bedrijfsvoering willen inrichten om de prestaties te verbeteren. Daarnaast is er een financiële beloning, en mogelijkheid om via verschillende overheids- en marktinitiatieven extra voordelen te behalen.”

Verdienmodel

In Drenthe is het budget toereikend om de helft van de melkveehouders in de provincie mee te laten doen. Zij worden beloond met maximaal 5.000 euro per jaar, als ze de maximaal scoren op de kpi’s. “In alle eerlijkheid moet je zeggen dat dit bedrag alleen niet voldoende is voor een goed verdienmodel”, erkent Jumelet. “Ik zie het als een mooie stimulans en – misschien wel in de eerste plaats – als het uitspreken van waardering.”

Naast de financiële beloning zijn er voor boeren nog meer ‘triggers’ die deelname interessant maken, voegt Fikken toe. “Bijvoorbeeld via het makkelijker verkrijgen van pachtgronden of een lagere rente op leningen bij een bepaalde score op de BBM.” Het wordt voor boeren aantrekkelijker als ook andere partijen aanhaken in de projecten. “Boeren kunnen bijvoorbeeld worden beloond voor waterkwaliteit of voor onderhoud van het landschap”, voegt Jumelet als voorbeelden toe. ”Dan kun je beloningen stapelen. Daarom roepen we andere partijen op om zich ook hier hard voor de maken.”

Landbouwakkoord

Met inmiddels zeven jaar ervaring is in Brabant sprake van een structurele aanpak bij het samenwerken in duurzaamheid. “Het streven van betrokken partijen is om langjarig betrokken te zijn. In de rest van Nederland zie je ook tendens om deze manier van belonen uit te breiden”, aldus Fikken. “Mijn verwachting is dat projecten als de BBM in de komende jaren kunnen helpen om de inkomensstroom te vergroten én meerjarige zekerheid te creëren.”
Een gedachte die ook leeft bij gedeputeerde Jumelet. “We merken dat er bredere belangstelling bestaat. Ook bij het ministerie is er interesse is om het sturen op doelen landelijk uit te breiden. Ik weet dat er over gesproken wordt in de overleggen voor het Landbouwakkoord.”

De Brabantse Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij kan volgens de evaluatie bijdragen aan een versnelling van de transitie in het landelijke gebied. (Foto: Roel Dijkstra)