Klimaatmaatregelen melkveehouderij leiden tot forse reductie
Blonk Consultants heeft in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland een levenscyclusanalyse uitgevoerd om klimaatmaatregelen die in de melkveehouderij toegepast kunnen worden te analyseren. De impact van de maatregelen is ook getoetst op de gevolgen voor andere milieuthema’s, zoals de stikstofemissie. Met een combinatie van maatregelen blijken forse reducties mogelijk.
Bij de klimaatmaatregelen is gekeken naar de impact van: Diervoeradditieven, gericht op verbetering van de productie; Diervoeradditieven, gericht op reductie van de emissies; Nitrificatieremmers; Aanzuren van mest; Frequente afvoer van mest; Primaire mestscheiding; Drijfmest beluchten; Gesloten opvang en oxidatie van mest; Mestvergisting en Bemestingsefficiëntie verbeteren.
De effecten van de maatregelen zijn in kaart gebracht op basis van gesprekken met deskundigen en literatuuronderzoek. Vervolgens is de milieu-impact van deze effecten gemodelleerd aan de hand van de methode voor een levenscyclusanalyse. In totaal zijn 18 milieu-impactcategorieën geanalyseerd.
Er blijken weinig klimaatmaatregelen te zorgen voor een stijging van andere milieu-indicatoren. Dit is alleen het geval bij de maatregel Drijfmest beluchten waar de CO2-emissies met 3,8 procent dalen, maar de fijnstofvorming met 66 procent stijgt en de verzuring met 70 procent. Dit komt door extra ammoniakemissies die ontstaan door het beluchten.
Voor de impact op klimaatverandering geeft de maatregel mono-vergisting de grootste reductie. Voor het voeradditief gericht op het verbeteren van de voerefficiëntie gaan alle milieu-impacts omlaag. De stikstofefficiëntie verbetert het meest bij het aanzuren van mest.
Combinatie van klimaatmaatregelen
In de studie is ook onderzocht wat het effect is van een combinatie van maatregelen. Echter niet alle maatregelen kunnen gecombineerd en tegelijkertijd geïmplementeerd worden. De maatregelen met de grootste reductie voor veel indicatoren zijn Vergisten en Aanzuren van mest. Deze maatregelen kunnen echter niet gecombineerd worden. Een combinatie van gebruik van voeradditieven, nitrificatieremmers en vergisting van mest resulteert in een 28,5 procent lagere uitstoot van broeikasgassen dan een gemiddeld bedrijf. Voor de andere milieu-impactcategorieën is er dan ook een positief effect, maar is het minder groot.
Een combinatie van inzet van voeradditieven, nitrificatieremmers en het aanzuren van mest zorgt voor 18 procent minder uitstoot van broeikasgasemissies. Hier is er ook een gunstig effect op de fijnstofvorming en verzuring met een daling van respectievelijk 57 en 60 procent.
Meer informatie: rapport Integrale evaluatie van klimaatmaatregelen in de Nederlandse melkveehouderij van Blonk Consultants.