Zuivelketen boekt progressie in verduurzaming

‹ Terug naar overzicht

Zuivelketen boekt progressie in verduurzaming

Geplaatst op:

De Nederlandse ­zuivelketen is opnieuw duurzamer ­geworden. ­Melkveehouders en zuivelondernemingen zijn op verschillende ­thema’s een stap dichter bij hun ­doelen gekomen, blijkt uit de jaarlijkse monitoring van de ­verduurzaming van de zuivelketen.

 

Tekst: René van Buitenen

De Nederlandse zuivelketen heeft in 2018 op bijna alle duurzaamheidsthema’s vooruitgang geboekt. Acht van de negen indicatoren waarop de sector zijn duurzaamheidsprestaties laat meten, kleuren groen. Dit blijkt uit de pas verschenen sectorrapportage van Wageningen Economic Research.

Monitoring verduurzaming

Jaarlijks beoordeelt Wageningen Economic Research de verduurzaming van de zuivelketen op verzoek van de Duurzame Zuivelketen. Dat is het samenwerkingsverband waarin melkveehouders en zuivelondernemingen streven naar een toekomstbestendige en verantwoorde zuivelsector.

Wageningen Economic Research constateert dat melkveehouders en zuivelondernemingen in 2018 flinke inspanningen hebben geleverd om de gestelde doelen te behalen. Pogingen om de levensduur van melkkoeien te verlengen, bleken niet succesvol. Op de andere indicatoren boekte de sector vooruitgang ten opzichte van 2017 of bleef het resultaat op het gewenste niveau.

Inmiddels heeft de Duurzame Zuivelketen vijf doelen gerealiseerd. Nadat eerder al doelen voor verantwoord antibioticagebruik, energie-efficiëntie en verantwoorde soja waren behaald, kon in 2018 een vinkje worden gezet achter de doelen voor weidegang en fosfaatexcretie van de melkveestapel. Dat is nog niet het geval bij de broeikasgasemissies en de uitstoot van ammoniak. Wel constateert Wageningen Economic Research dat de zuivelketen ook op die thema’s in 2018 vooruitgang heeft geboekt.

Broeikasgassen

De totale uitstoot van broeikasgassen van de gehele sector (van voer tot en met de verwerking en verpakking in de zuivelfabriek) nam in 2018 verder af. Die daalde met 6,3 procent ten opzichte van 2017. De afname van het aantal dieren is een belangrijke oorzaak. Voor het realiseren van klimaatneutrale groei in 2020 is nog een extra reductie van 7 procent noodzakelijk. Om 20 procent reductie ten opzichte van 1990 te behalen is een daling van 14 procent nodig. Wageningen Economic Research maakt hierbij wel de kanttekening dat de vergelijking tussen 1990 en recente jaren niet geheel zuiver is vanwege methodologische verschillen.

Carbon footprint

De zogenoemde product carbon footprint (de uitstoot van broeikasgassen van voer tot en met het melkveebedrijf die wordt toegerekend aan melk) daalde in 2018 verder naar 1.195 gram CO2-equivalenten per kilogram melk. “Dit komt onder andere doordat de introductie van het stelsel van fosfaatrechten resulteerde in een extra selectie in de melkveestapel. Dit leidde tot een verdere stijging van de melkproductie per koe. Ook de jongveebezetting daalde opnieuw. Door extra afvoer van melkkoeien en jongvee is in 2018, net als in 2017, een groter deel van de totale emissie toegerekend aan vlees dan in de jaren voor 2017. Dit effect is incidenteel”, aldus de onderzoekers.

Dit artikel is verschenen in ZuivelZicht 2 2020. Nog geen abonnee? Klik HIER.