Levensproductie Vlaamse melkkoe groeit naar 29.397 kilo
Van de 3.800 melkveehouders in Vlaanderen zijn er bijna 1.700 aangesloten bij de melkregistratie van het CRV. De levensproductie van de Vlaamse melkkoe in het boekjaar 2020-2021 bedroeg gemiddeld 29.397 kilogram melk. Dat is ruim 500 kilogram meer dan vorig jaar.
Gemiddeld is een Vlaamse melkkoe 5 jaar en 3 maanden oud op het moment dat ze wordt afgevoerd. In het boekjaar 2020-2021 passeerden 119 koeien de grens van een levensproductie van 100.000 kilogram. In het vorige boekjaar waren dat er 101. Er waren 88 koeien die in het afgelopen boekjaar de productiegrens van 10.000 kilo vet en eiwit passeerden. Dat zijn er vier meer dan in boekjaar 2019-2020. Per productieve levensdag produceerden de dieren gemiddeld exact 30 kilogram melk, in het vorige boekjaar was dat nog 29,7 kilogram, blijkt uit de cijfers van het CRV.
Ook levensproductie Nederlandse melkkoe stijgt
Ook de levensproductie van Nederlandse melkkoeien is gestegen: deze klom vorig jaar met 1.600 kilo naar 35.600 kilogram melk. Deze is nu 35.600 kilogram melk met 4,37 procent vet en 3,57 procent eiwit. De leeftijd nam ook verder toe waardoor de gemiddelde levensproductie van de koeien hoger was. Dit blijkt eveneens uit de gegevens over het boekjaar 2020-2021 van de melkproductieregistratie van coöperatie CRV. In het boekjaar 2020-2021 waren de afgevoerde koeien gemiddeld 2.180 dagen oud. Dat is 48 dagen ouder dan in het vorige boekjaar.
Meer dan 100.000 kilo melk
De gestegen levensproductie is ook zichtbaar in het aantal koeien dat afgelopen boekjaar een levensproductie van 100.000 kilogram melk passeerde. Dat waren er 2657 in boekjaar 2019-2020; in het afgelopen boekjaar ging het om 3.263 koeien. Het aantal dieren dat afgelopen boekjaar meer dan 10.000 kilo vet en eiwit produceerde ging van 252 naar driehonderd koeien.
De gemiddelde melkproductie per koe per lactatie is het afgelopen boekjaar nauwelijks gestegen. Wel namen de gehalten vet en eiwit met respectievelijk 0,03 procent en 0,01 procent toe. Het rollend jaargemiddelde per koe op de 12.766 Nederlandse melkveebedrijven die deelnemen aan de melkproductieregistratie was in het afgelopen boekjaar 9.209 kilo melk met 4,43 procent vet en 3,61 procent eiwit met een economisch jaarresultaat van € 2.122.
Het gemiddelde aantal koeien op de deelnemende bedrijven steeg afgelopen boekjaar van 104 naar 106. De tussenkalftijd bleef vrijwel gelijk op 408 dagen. Gemiddelde kalfden de Nederlandse melkkoeien 3,7 keer af en het aantal productieve dagen steeg met 45 naar 1.128. Per productieve levensdag produceerden de koeien 29,0 kilogram melk. In het vorige boekjaar was dat nog 28,7 kilo.
Bedrijven met de beste prestaties
De bedrijven met de hoogste levensproductie van de afgevoerde koeien stijgen met hun prestaties ver uit boven het Nederlandse gemiddelde. De beste prestatie werd afgelopen boekjaar gerealiseerd door de maatschap Lammertink-Lansink uit Enter. De tien afgevoerde koeien van dit bedrijf waren gemiddeld 9 jaar en 9 maanden oud en produceerden 75.271 kilo melk met 4,41 procent vet en 3,63 procent eiwit.
De lijst van bedrijven met de hoogste gemiddelde levensproductie van de aanwezige koeien wordt aangevoerd door A.J. Rosegaar uit Pesse. De 52 koeien op dit bedrijf waren gemiddeld 7 jaar en 1 maand oud en tekenden voor een lopende levensproductie van 58.500 kilo melk en 4.432 kilo vet en eiwit. Het hoogste rollend jaargemiddelde per koe werd dit jaar gerealiseerd door vof Krol uit Boekel. De 84 koeien op dit bedrijf waren goed voor 15.041 kilogram melk met 4,17 procent vet en 3,55 procent eiwit.
Meer cijfers uit de jaarstatistieken van de melkproductieregistratie zijn te vinden op de website van CRV.