Nieuwe bemonstering pakt contaminatiebronnen sneller aan

‹ Terug naar overzicht

Nieuwe bemonstering pakt contaminatiebronnen sneller aan

Geplaatst op:

Bronnen van contaminatie in voedingsbedrijven zijn met een nieuwe bemonsteringmethode snel aan te pakken, ontdekte Sharon Maes van Ilvo-KU Leuven.

 

Contaminatiebronnen

Maes ontwikkelde een protocol waarin bacteriële tellingen samen met chemische analyses de matrixcomponenten opsporen. Maes testte het bestrijden van ziekteverwekkers met onschadelijke biofilmvormers. Haar onderzoek vond plaats op contactoppervlakken bij acht voedingsfabrikanten.

Gebruik van onschadelijke biofilmvormers

Ongewenste bacteriën aanwezig in biofilms kunnen op termijn onderdrukt worden door er onschadelijke biofilmvormers naast te plaatsen. Het is een van de innovatieve denkpistes die Maes in haar Ilvo-KUL-doctoraatsonderzoek ‘Voorkomen en karakterisatie van residuele contaminatie en biofilms in de productieomgeving van levensmiddelenbedrijven en drinkwatersystemen van pluimvee’ naar voren brengt.

Nieuwe tools openen perspectieven

In zowel de voedings- als vleeskuikensector is dit zo goed als het eerste onderzoek dat microbiologische karakterisatie combineert met chemische bepalingen voor het opsporen van biofilms. “Door de grondige microbiologische karakterisatie, die in andere onderzoeken vaak niet gebeurt, hebben we een breed beeld gekregen van de huidige problematiek en welke impact deze kan hebben,” verduidelijkt Maes. “Vaak hebben bedrijven een idee over de totale contaminatiegraad maar helemaal niet over welke specifieke micro-organismen er aanwezig zijn. Met de kennis opgebouwd in het onderzoek kan er gemakkelijker een link gezocht worden tussen oppervlaktecontaminatie en productcontaminatie en kan de contaminatiebron dus sneller aangepakt worden.”

Toepasbaar in directe dienstverlening

“Het ontwikkelde model kan bovendien meteen toegepast worden in directe dienstverlening”, vult promotor Koen De Reu aan. “Door de parameters aan te passen kunnen verschillende vraagstellingen over biofilmvorming binnen een specifiek bedrijf onderzocht worden op laboschaal.Zo kan het model gebruikt worden om nieuwe en innovatieve reinigings- en ontsmettingsprotocols uit te testen op allerlei types materiaal en bedrijfsspecifieke biofilms.”

Het model wordt ook ingezet in een Flanders’ Food vervolgproject naar het effect van innovatieve coatings voor roestvrij staal in voedingsbedrijven op verhinderen van biofilmvorming.