‘Uitdagingen aangaan met goed opgeleide boeren’

‹ Terug naar overzicht

‘Uitdagingen aangaan met goed opgeleide boeren’

Geplaatst op:

De bedrijfsopvolging, al vele jaren hoofdpijndossier in de vergrijzende agrarische sector, baart onverminderd zorgen. ABN Amro besteedt er in de thema-uitgave ‘Zicht op later’ aandacht aan onder de kop: Waar zijn de jonge boeren? De bank zegt dat een nieuwe generatie goed opgeleide jonge boeren nodig is om de uitdagingen waar ook de melkveehouderij voor staat, aan te kunnen gaan.

Tekst & Foto: Bert Westenbrink

 

De opgeleefde economie is van invloed op de bedrijfsopvolging in de agrarische sector. Voor jonge goed opgeleide bedrijfsopvolgers zijn op de arbeidsmarkt veel aantrekkelijke alternatieven om een carrière op te bouwen. Dat is een nieuwe prikkel om ervan af te zien om het ouderlijk bedrijf over te nemen.

ABN Amro stelt in de thema-uitgave ‘Zicht op later’ die de bank in juli uitbracht dat het lastiger wordt voor jonge boeren om in te stappen in het ouderlijk bedrijf. Bedrijven krijgen steeds grotere omvang. “Naast het feit dat er minder bedrijven zijn, die ook nog eens een grotere economische omvang hebben, vormt de hogere grondprijs, zeker in sectoren als melkveehouderij en akkerbouw, een obstakel. Jonge boeren lopen tegen hoge financieringskosten aan, bij relatief bescheiden bedrijfsresultaten.”

Potentiële bedrijfsopvolgers die afhaken is een veel voorkomende reden om het bedrijf te beëindigen, aldus de bank. In 2017 gingen er 31 agrarische ondernemers failliet, 75 fuseerden er of werden overgenomen, maar verreweg het grootste aantal ondernemingen (1840) werd opgeheven. Daaronder veel bedrijven met een bedrijfshoofd op leeftijd zonder opvolger.

Schaalvergroting

In de analyse van de bank wordt een zichzelf versterkend proces beschreven: bedrijfsopvolgers die afhaken in een vergrijzende sector vergroten het probleem van de bedrijfsovername. Minder bedrijven betekent (nog) meer schaalvergroting, ofwel bedrijven van almaar grotere economische omvang die nog moeilijker zijn over te nemen. Met een flinke instroom van bedrijfsopvolgers zou dat tij gekeerd kunnen worden.

Maar er is nog een andere reden waarom de sector jonge boeren nodig heeft. De agrarische sector staat voor veel uitdagingen, schrijft de bank: toenemende regelgeving, veranderende consumentenbehoeften, verduurzaming, prijsdruk en technologische ontwikkelingen. In die context noemt de bank het tekort aan jonge boeren ook een belangrijke uitdaging voor de sector.

Sectoreconoom Nadia Menkveld van de bank zegt ter toelichting: “De agrarische sector staat voor een aantal uitdagingen op het gebied van duurzaamheid en technologische ontwikkelingen. Jonge boeren zijn vaker hoger opgeleid en beter in staat deze uitdagingen aan te gaan. Er zijn dus meer jonge boeren nodig om de agrarische sector de komende jaren door alle uitdagingen te loodsen.”

Andre Arfman (foto), voorzitter van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en melkveehouder in Vorden, kan zich hier wel in vinden. Hij zegt in antwoord op de vraag in te zoomen op de melkveehouderij: “We zien enorm veel uitdagingen op de melkveehouderij afkomen. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan klimaat, bodemvruchtbaarheid, wereldvoedselvraagstuk en biodiversiteit. Hiervoor zijn mensen nodig die ook open willen staan voor verandering en wat nieuws willen proberen, wat in onze ogen vaak de jongeren zijn. Zeker als we in Nederland qua innovatie voorop willen blijven lopen.”

Reputatie

Maar er is meer aan de hand, schrijft de bank. Ze verwijst daarbij naar een onderzoek van het Center of Family Business naar de opvolgingsbereidheid bij familiebedrijven. Slechts 4,1 procent van de studenten met ouders met een familiebedrijf, heeft de intentie het bedrijf over te nemen, aldus dat onderzoek. Naast de al genoemde aantrekkelijke opties op de florerende arbeidsmarkt spelen ook persoonlijke motieven een rol, te weten status, reputatie en zelfverwezenlijking, schrijft de bank. “Deze factoren spelen een belangrijke beslissing in de keuze om wel of niet het familiebedrijf over te nemen.”

Op de vraag of het aangehaalde onderzoek van het Center of Family Business zonder meer te vertalen is naar de agrarische sector en de melkveehouderij, zegt sectoreconoom Menkveld: “Het gaat over familiebedrijven in het algemeen. Dus nee. Het is niet een-op-een toe te passen op melkveehouderij. Maar het gaat erom dat het percentage heel laag is bij familiebedrijven in het algemeen.”

In het onderzoek wordt ook vastgesteld dat de animo onder de nieuwe generatie om het familiebedrijf over te nemen groter is als de onderneming ‘relatief veel werknemers heeft’. Dat laat zich vertalen in de constatering dat de nieuwe generatie wel grotere en succesvolle bedrijven wil overnemen. Dat is ook terug te zien in de agrarische sector, aldus de bank, de eerder gedane constatering dat grotere bedrijven steeds moeilijker zijn over te nemen, ten spijt. De bank schrijft: “Het aantal grote bedrijven met een bedrijfshoofd dat ouder is dan 55 jaar is tussen 2012 en 2016 verdubbeld, maar deze bedrijven hebben minder moeite met het vinden van een bedrijfsopvolger: twee derde van de grote ondernemingen heeft een bedrijfsopvolger klaarstaan.”

Waardering

Die trend is vooral te zien in de melkveesector. Op bijna twee derde van de melkveebedrijven met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder is een bedrijfsopvolger, aldus cijfer van het CBS, de statistieken waar de analyse van ABN Amro mede op is gebaseerd. In Flevoland is dat percentage nog hoger, 72 procent, in Zuid-Holland lager, 55 procent.

Zo bezien lijkt in de melkveehouderij toch een nieuwe goed opgeleide generatie de uitdagingen met vernieuwingen en innovaties aan te kunnen gaan. Maar dan moet er wel voor gezorgd worden, zegt NAJK-voorzitter Arfman, dat een deel van de verdiensten uit onder meer deze innovaties bij de boeren zelf terecht komt. “Zoals er ook gezorgd moet worden voor voldoende toekomstperspectief. Afgelopen jaar zagen we een grote hoeveelheid jonge ondernemers stoppen in de melkveehouderij omdat het toekomstperspectief ontbrak en er geen waardering was voor hun werk op de bedrijven.”

Bedrijfsovername is een lang traject waar je bewust voor kiest, zegt Arfman. “Wij merken dat potentiële opvolgers een bewuste afweging maken om te kiezen voor overname van het ouderlijk bedrijf. De werkdruk, de toegenomen administratieve lasten en het negatieve beeld waarmee door bepaalde organisaties de landbouw wordt geframed in de maatschappij, helpt natuurlijk niet om de afweging in het voordeel van de bedrijfsovername te laten uitvallen.”

Boer zoekt Boer

De aandacht voor overname van het bedrijf binnen familieverband ligt voor de hand. Toch zijn er ook jongeren van buiten de familie die interesse hebben om een agrarisch bedrijf over te nemen. Binnen het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) loopt al een aantal jaren het project Boer zoekt Boer voor begeleiding van ‘buiten familiaire bedrijfsovername’. In het programma worden boeren zonder bedrijfsopvolger en potentiële bedrijfsopvolgers zonder bedrijf met behulp van accountants, adviseurs, banken en coaches begeleid in een overnametraject.

In antwoord op de vraag hoe het project loopt, zegt NAJK-voorzitter Andre Arfman: “Er is veel belangstelling voor, met name van jongeren die graag een bedrijf zouden willen overnemen of starten. Over het werkelijke aantal deelnemers doen wij geen uitspraken. Omdat dit lastig te monitoren is.”

In de jaren dat project loopt zijn zeker al succesvolle verbinden gelegd tussen overnemers en overdragers, zegt Arfman. “Doordat bedrijfsovername een lang traject is en waarin vertrouwen een belangrijke rol speelt, start een traject vaak eerst met een periode van samenwerken. De feitelijke overname kan dan nog wel tien jaar op zich laten wachten.”

In principe is er interesse voor alle sectoren, aldus Arfman. “Maar aangezien melkveehouderij de grootste agrarische sector is, is hier de belangstelling ook het grootst.”

Dit artikel is verschenen in ZuivelZicht 8 2018. Meer vaknieuws over de Nederlandse en Belgische zuivelindustrie? Klik HIER voor een abonnement op ZuivelZicht.