Rabobank: ’Grootste deel export gaat naar Groot-Nederland’

‹ Terug naar overzicht

Rabobank: ’Grootste deel export gaat naar Groot-Nederland’

Geplaatst op:

De Nederlandse zuivelexport richt zich voor het grootste deel op Duitsland en België. “Onze thuismarkt is met die landen erbij ‘Groot-Nederland’. Dat is dicht bij huis en heeft klimatologisch dus geen extra impact. Dat verhaal moet de zuivelsector meer en beter uitdragen”, betoogt zuivelanalist Richard Scheper van Rabobank.

 

Tekst: Sjoerd Hofstee

Zuivelexport Rabobank

Richard Scheper: “Hogere prijzen op de wereldmarkt lijken in het verschiet te liggen.” (Foto: Langs de Melkweg)

Richard Scheper sprak onlangs op een door Rabobank georganiseerde bijeenkomst in Hekendorp. Het melkveebedrijf van Carl en Marieke van Jaarsveld was het decor voor een toelichting op de zuivelvisie van de grootste agrarische financier. Scheper toonde daar een overzicht van het almaar toenemende volume aan importbehoefte van zuivel. “Die ligt wereldwijd al bijna op 100 miljoen ton. Twee jaar geleden lag die nog onder de 80 miljoen ton. Naar onze inschatting bedraagt die in 2023 rond de 110 miljoen ton.”

Rabobank: importbehoefte blijft stijgen

Die stijging van 2 tot 3 procent gemiddeld per jaar zal volgens Scheper doorzetten. Hij noemt dat positief en kansrijk, maar niet altijd eenvoudig te benutten. “De toenemende vraag komt voort uit gebieden waar de middeninkomens stijgen. Op wereldschaal betitelen we een middeninkomen als een persoon die dagelijks minimaal $ 10 te besteden heeft aan eten. Die groei doet zich vooral voor in gebieden waar het meest onrustig en risicovol is.”

Scheper rekende voor dat het invullen van de toenemende vraag sowieso uitdagend wordt. Gewoonweg omdat er momenteel weinig groei in productie waarneembaar is in belangrijke zuivel producerende gebieden als Nieuw-Zeeland, de Verenigde Staten en Europa. “De gaten die daardoor vallen, zijn niet op korte termijn in te vullen. Deels zal er meer gemolken worden in bijvoorbeeld Oost-Europa. Maar dat helpt op dit terrein onvoldoende. Hogere prijzen op de wereldmarkt lijken daarom in het verschiet te liggen, maar met meer volatiliteit.”

Zuivelhandel beter toegerust

Die volatiliteit lijkt in Europa circa anderhalf  jaar ver weg. De melkprijs is al die tijd stabiel te noemen. “Dat klopt”, beaamt Scheper desgevraagd. “Gezien alles wat er in de wereld speelt is het bijzonder dat de melkprijs al lange tijd stabiel blijft.”

Een echte verklaring heeft hij er niet voor. Al stelt hij wel dat de zuivelindustrie beter op risico’s in de wereld inspeelt dan een paar jaar geleden. “Een klein voorbeeld daarvan is Ierland die haar boterexport naar de VS in het eerste deel van 2019 met 30 procent verhoogde ten opzichte van 2018. Waarschijnlijk hebben ze er iets minder op verdiend dan in 2018, maar met de dreiging van importtarieven door de VS die nu bewaarheid zijn, hebben ze op tijd het volume opgeschroefd. Daarmee hebben ze een goede slag geslagen.”

Exportmodel anders uitleggen

De Rabo-analist ging daarbij ook in op de aanzwengelende maatschappelijk kritiek op het exportmodel van Nederland wat betreft zuivelproducten. “Veruit het grootste deel van onze export wordt afgezet in Duitsland en een groot deel in België. Ik noem die straal van 500 kilometer rond het midden van ons land ‘Groot-Nederland’. Dat is gewoon onze thuisbasis. In het Duitse Ruhrgebied wonen 10 miljoen mensen. Dat ligt dichter bij de Nederlandse grens dan Amsterdam. Dat verhaal moet de zuivelsector naar mijn idee veel beter en sterker uitdragen.”

Hij stelt daarbij dat de export verder weg ook gewoonweg nodig is om die thuismarkt goed te kunnen bedienen. “De meeste boter die we produceren wordt afgezet binnen die 500 kilometer. Dat is simpel gezegd het vetbestandsdeel van de melk. Het eiwitdeel dat daarbij hoort, verdwijnt in mager melkpoeder. Daarvoor is vraag elders op de wereld. Op het totaal is dat maar een klein percentage, maar zo zit het model in elkaar en hoort de export dichtbij en ver weg dus wel onlosmakelijk bij elkaar om een verdienmodel te houden.”

Evolutie, geen transitie

Sectorspecialist Melkveehouder Marijn Dekkers liet zijn licht schijnen over hoe Rabobank aankijkt tegen kringlooplandbouw. Hij gaf daarbij aan dat de term en betekenis ervan voor de bank en hem als specialist nog altijd als erg weerbarstig wordt beleefd. “Ik heb daarbij moeite met het woord transitie, liever spreek ik van een evolutie. Als je spreekt van transitie zeg je eigenlijk dat het nu niet goed gaat en het helemaal anders moet. Dat klopt volgens mij niet.”

Dekkers geeft aan de melkveehouderij al veel stappen heeft gezet en op de goede weg is. “Daarbij is er nog meer te winnen door de verliezen op het veld verder terug te dringen; nog meer reststromen te benutten als (kracht)voervervangers en beter en secuurder te bemesten. Die trajecten lopen al en worden de komende jaren gefinetuned. Dat heet evolutie en is wat de Rabobank betreft de weg die bewandeld kan en moet worden.”

Duurzame melkstromen

De opkomst van duurzame melkstromen als Planet Proof, Beter Leven zuivel en het A-ware/Albert Heijn-concept past bij de vraag naar kringlooplandbouw en natuurinclusieve landbouw. Dekkers ziet het voor veel melkveehouders als een mooie kans, mits het concept aansluit bij hetgeen de melkveehouder min of meer al doet. “Als een melkveehouder er echt op moet investeren, dan wordt het lastig om er profijt uit te trekken. Gelukkig lijkt er tegenwoordig bijna voor elk wat wils op die markt.”

Begroten op de duurzame melkstromen doet Rabobank wel voor de korte termijn, maar niet voor de langere termijn. “De hoogte van rente en aflossing bekijk je vaak voor de lange tijd. Dat kan zomaar 25 tot dertig jaar zijn. De plus van enkele centen melkgeld door deelname aan zo’n concept rekenen daarbij niet mee. Dat is te risicovol”, licht Dekkers toe. Voor de korte termijn ligt dat anders. “Dat extra melkgeld krijgt de melkveehouder immers een jaar of enkele jaren ook zeker uitbetaald.” 

Niet pleiten voor krimp

Dat politieke en maatschappelijke druk zorgen voor een krimp van de Nederlandse veestapel, sluit Rabobank zeker niet uit. Wellicht wordt ook het aandeel export onder die druk de komende jaren wel iets verkleind. Maar dat krimp van de veestapel hét antwoord is op het klimaatvraagstuk, wil erbij Dekkers niet in. “Die lijn staan wij als Rabobank dan ook beslist niet voor.”