Weidegang zorgt voor meer ammoniakreductie bij Eko Holland

‹ Terug naar overzicht

Weidegang zorgt voor meer ammoniakreductie bij Eko Holland

Geplaatst op:

De tweehonderd leden van EkoHolland hebben het afgelopen weideseizoen ruim 20 procent ammoniakreductie gerealiseerd dankzij de ruime mate van weidegang. Dat meldt de biologische coöperatie aan Biojournaal. 

Elke 720 uur weidegang betekent minimaal 5 procent ammoniakreductie in de stal, aldus EkoHolland. De gemiddelde EkoHolland-melkveehouder bereikte vorig jaar 2962 weide-uren per koe per jaar. De veehouders hebben gemiddeld 213 dagen geweid bij 13,9 uren per dag. Daarmee zitten ze ruim op het dubbele van de minimale norm die gesteld is door de zuivel. Deze is 1.440 uur van 180 dagen en acht uur per dag, aldus de coöperatie. Bijna 40 procent van de leden is fysiek gecontroleerd op weidegang waarbij alle veehouders zijn geslaagd.

Weidegang verplicht voor biologisch

Weidegang is verplicht voor leveranciers van biomelk. “Als je biologisch bent, denk je er niet eens bij na dat het bijzonder is om veel te weiden”, stelt secretaris Klaartje van Wijk. “Het is onderdeel van onze systeemlandbouw. Ondanks dat biologische landbouw zeer veel regels heeft die je beperkingen en verplichtingen in je bedrijfsvoering opleggen, kiest een biologische melkveehouder uit eigen vrije wil hiervoor.” 

Stikstofprobleem

Er zijn ook biologisch boeren bijsturen en optimaliseren, aldus Van Wijk. “Maar we kijken dan vooral naar het geheel. Heel veel weiden van alle groepen dieren – kalveren, jongvee, droge koeien en melkkoeien – brengt vele voordelen voor het gehele systeem. Soms is het bij dat meeveren met het natuurlijke ritme lastig te zien wat het brengt, zeker in een droog jaar. Maar uiteindelijk levert het je arbeidsvreugde en een gezonde bedrijfsvoering op. En een bijdrage in de oplossing van het stikstofprobleem; tegenwoordig ook niet onbelangrijk.” 

Kader voor biologische melkveehouders

Melkveehouders binnen de biologische melkveehouderij hebben met de zuivelorganisaties een kader vastgesteld waar elke biologische melkveehouder in Nederland aan voldoet en waar onder andere Qlip en Stichting Weidegang op controleren.

Weidegang blijft ook essentieel voor de melkveehouders van Cono Kaasmakers. Zo’n 96 procent van de melkveehouders die melk leveren aan Cono Kaasmakers liet vorig jaar de koeien grazen. Dit is hoger dan het landelijk gemiddelde: 83,7 procent van de Nederlandse melkveehouders deed in 2019 de koeien naar buiten, blijkt uit gegevens van ZuivelNL.