Koeien & Kansen berekent emissie broeikasgassen

‹ Terug naar overzicht

Koeien & Kansen berekent emissie broeikasgassen

Geplaatst op:

De emissie van broeikasgassen van zeventien bedrijven van Koeien & Kansen en melkveeproefbedrijf KTC De Marke bedroeg vorig jaar 1.145 kilo CO2 per ton melk, zo blijkt uit een berekening met de Kringloop Wijzer van Koeien & Kansen.

Dit zijn de broeikasgassen die volledig aan melk zijn toegerekend. In 2018 werd 86 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen aan melk toegerekend en 14 procent. In 2017 lag het percentage voor melk op 82 en voor vlees op 18. Toen werd gemiddeld 1.150 kg CO2 per ton meetmelk uitgestoten. De emissie van broeikasgassen is een van de kengetallen om de duurzaamheid van melkveebedrijven vast te stellen. 

Emissie Koeien & Kansen  

koeien & kansen logoRuim 40 procent van de broeikasgasemissie komt door de emissie van methaan die vrijkomt bij pensfermentatie. Omgerekend per ton melk gaat het om circa 460 CO2-equivalenten. De emissie van methaan en lachgas uit de stal en mestopslag is voor de Koeien & Kansen-bedrijven gemiddeld ongeveer 180 kilo CO2-equivalenten per ton melk. De gemiddelde emissie bij het produceren van voer bedraagt per ton melk ongeveer 145 CO2-equivalenten.

Uitstoot uit aanvoer

Er is ook uitstoot van broeikasgassen uit aanvoerbronnen. Deze vindt niet direct op het bedrijf zelf plaats, maar zijn indirect toe te rekenen aan het melkveebedrijf omdat producten of diensten worden aangekocht. Het gaat dan bijvoorbeeld om aangekocht water, energie, ruwvoer, krachtvoer en kunstmest. In 2018 is de emissie uit aanvoerbronnen gemiddeld ongeveer 350 kilo CO2-equivalenten per ton melk op de Koeien & Kansen-bedrijven.

Krachtvoer: meer emissie 

Omdat veel bedrijven vorig jaar met droogte te maken hadden, moest er veel voer worden aangekocht. Dit leidde tot een hogere emissie van broeikasgassen uit aanvoerbronnen. Bedrijven die de tekorten vooral met krachtvoer hebben aangevuld kregen een hogere broeikasgasemissie dan bedrijven die meer ruwvoer hebben aangekocht. Het kost immers meer energie om de grondstoffen voor krachtvoer, zoals soja, uit het buitenland te telen en aan te voeren dan graskuil of maïskuil uit de directe omgeving aan te voeren.